Er was weer… Roodkapje

Onze recensie

Variaties op het bekende sprookje van Roodkapje zijn wereldwijd populair, zowel bij auteurs als bij illustratoren. Er was eens… Roodkapje blijft vooral bij door de illustraties.

Sanny Winters levert een originele, gedurfde interpretatie af in felle kleuren en strakke vormen die doen denken aan De Stijl of expressionistische schilderijen. Al op de eerste prent zet ze een Roodkapje neer zoals je haar nog niet eerder zag, met twee verschillende sokken, een smartphone in de ene en een ijsje in de andere hand, roodharig én met een verveelde uitdrukking op het gezicht. Elke prent is een kunstwerkje dat je met andere ogen laat kijken, van Roodkapje in het gestileerde bos met dreigend starende bomen over de kreet van het meisje in een werveling van stekels en dieren tot de slotprent met de schimmen van Roodkapje, haar helpers en de wolf, skatend en rollend in een cirkelvormige regenboog. Dit is voorwaar verfrissend tekenwerk.

Dubbel jammer dat de tekst niet het niveau van de illustraties haalt. Het verhaal op zich is mager en verrast nooit echt. Roodkapje komt na haar eerdere aanvaring met de wolf het huis niet meer uit. Maar dan ontvangt ze een briefje waarin staat dat haar oma haar echt nodig heeft. Onderweg krijgt ze hulp aangeboden van een egel, een uil en een konijn, die de wolf aanvallen als die verschijnt. Die wolf blijkt een softie geworden en een vegetariër. Bij het huis van oma aangekomen, heeft die een feestje voorbereid, met de bedoeling Roodkapje een duwtje te geven. De finale les is nodeloos opdringerig: ‘Iedereen heeft vrienden nodig,/ iedereen heeft nood aan hulp./ Voor een lief gebaar, voor troost,/ daarvoor moet je uit je schulp.’  Daarna volgen nog drie strofen vol levenswijsheid.

Dat de tekst kracht mist, ligt ook aan de rijmende vorm, die al te vaak afglijdt in rijmelarij, met geforceerde zinsbouw zoals in de volgende strofe: ‘B-oe-oeh, zo klonk het boven./ In de boom, daar zat een uil./ Die wilde hen de weg wel tonen,/ voor wat gezelligheid in ruil.’ Een paar keer gebruikt de auteur een moeilijk woord, echter zonder dat het een meerwaarde heeft (‘een spook met grootheidswaanzin’; ‘een bruine beer met parodontitis’).

Bij een volgende ‘Er was weer…’ zou de auteur beter kiezen voor een helder, sprankelend proza, waarbij ze de lezers/luisteraars de les laat trekken. Voor wie echter houdt van gedurfde, artistieke illustraties, is deze variant op het bekende sprookje wél een hebbeding.

Jan Van Coillie

Enkele voorbeelden van sprankelende bewerkingen van Roodkapje:

Roald Dahl & Quentin Blake, ‘Roodkapje en de wolf’, in Gruwelijke rijmen, 1982.

Edward van de Vendel & Isabelle Vandenabeele, Rood Rood Roodkapje, 2003.

Gerda Dendooven, De wonderlijke reis van Roosje Rood, 2008.

 

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur