er was eens

Er was eens… Zeven sprookjes om zelf te lezen

Onze recensie

‘Er was eens…’ Voor velen is dit de sleutel tot sprookjesland. Daarmee gaat de poort open naar een wonderlijke wereld met ridders en prinsessen, draken, sprekende wolven en magische voorwerpen.

Voor dit boek bewerkte Annemarie Bon zeven sprookjes voor beginnende lezers, oplopend in AVI-niveau van E3 tot E5 (einde eerste tot einde derde leerjaar). Ook inhoudelijk variëren de sprookjes: terwijl ‘De wolf en de zeven geitjes’ een typisch sprookje is voor jonge kinderen, met een jong dier in de hoofdrol, is het laatste verhaal, ‘De vliegende Hollander’ duidelijk bedoeld voor een oudere doelgroep. Het boek hanteert een ruime definitie van het sprookje: naast toversprookjes als ‘Assepoester’ staan in het boek ook legenden als ‘Joris en de draak’. Opmerkelijk is dat de bewerker enkel op de titelpagina vermeld staat en niet op de voorkant.

Daarop prijkt alleen de illustratrice Sandra Klaassen. Dat geeft meteen de verhoudingen weer: het zijn vooral de illustraties die de aandacht trekken. Ze zijn prominent aanwezig: elke scène krijgt een aparte tekening. Dat het boek aan een vraag beantwoordt, staat vast. Veel kinderen kijken ernaar uit om zelf de verhalen te kunnen lezen die ze voorgelezen kregen en daar horen sprookjes bij. Dat kan soms tegenvallen, omdat de versies die ze te lezen krijgen, vaak sterk afwijken van wat ze hoorden.

Anders dan in de meeste sprookjesbewerkingen voor jonge kinderen blijven de verhalen in dit boek inhoudelijk vrij dicht bij de bekende versies van Grimm en Andersen, al zijn er ook afwijkingen. Zo respecteert Annemarie Bon de vaak drieledige opbouw van de sprookjes: de wolf klopt nog altijd drie keer aan bij de geitjes en Assepoester gaat drie keer naar het bal. Moeder geit knipt de buik van de wolf open, al is er op de illustratie geen druppel bloed te zien. Volgens de tekst blijft de wolf overigens slapen.

Bloed is wel duidelijk zichtbaar in ‘Assepoester’. Het drupt uit de teen en hiel van de stiefzussen die de prins proberen te bedriegen. Gelukkig worden hun ogen niet meer uitgepikt zoals bij Grimm. Waarom ook het rijmpje van de vogel in de boom moest sneuvelen, is niet duidelijk, daarmee gaat veel (voor)leesplezier verloren. ‘De kleine zeemeermin’ werd drastischer aangepakt.

De hoofdfiguur wordt niet langer zoals bij Andersen een dochter van de lucht, waardoor ze later naar de hemel kan. De bewerker voegt gewoon een goede fee toe die de zeemeermin haar eigen gedaante teruggeeft, waarna ze elke avond zingt voor haar prins. Op de illustratie zitten ze bij elkaar als een verliefd paar. Aan ‘De nieuwe kleren van de keizer’, een ander sprookjes van Andersen, zijn enkele slotregels toegevoegd: ‘ Na die dag heeft de keizer nooit meer nieuwe kleren gekocht. Erg was dat niet.

Hij had nog genoeg kleren voor zijn zoons, zijn kleinzoons en hun zoons. ’ In de lijn van eerdere bewerkers zoals Jacques Vriens dikt Annemarie Bon ook de humor aan. Zo roept het kind: ‘ Hij loopt in zijn nakie. Ik zie zijn blote piemel. ’ Veel minder bloot is er in de illustraties: je krijgt enkel het blote achterste van de keizer te zien, en de boezem van de zeemeermin zit verscholen achter haar lange haren.

Sandra Klaassen zorgt in haar illustraties wel voor leuke extraatjes of eigenzinnige interpretaties. Zo is de molenaar in ‘De wolf en de zeven geitjes’ een das. Ze speelt ook knap met het perspectief: de draak torent reusachtig uit boven de kleine Baarn. De taal is gezien de doelgroep van beginnende lezers heel eenvoudig, met korte woorden en zinnen. Bij het begin van de sprookjes (bv. bij ‘Alladin en de wonderlamp’) lezen de korte, gelijklopende zinnen stroef, maar meestal brengt de bewerker snel voldoende variatie in de zinsbouw aan, waardoor het verhaal meer vaart krijgt. Positief is ook dat ze kleur in de tekst brengt door extra grapjes of beelden. Zo besluit het kleine geitje haar avontuur met ‘ Ik heb heel erge trek. Net zoveel trek als een wolf .’ De draak van Joris heeft vleugels ‘ zo groot als een zeil op een schip’. Al bij al is Er was eens … een kleurrijk kijk- en leesboek dat de brug kan slaan van voorlezen naar zelf lezen.

Jan Van Coillie

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur