er-mag-zoveel-niet

Er mag zoveel niet

Onze recensie

In Er mag zoveel niet volgen we Jan en zijn familie. We maken kennis met hen op het moment dat de Tweede Wereldoorlog net voorbij is.

Op de eerste pagina verlaten namelijk de Canadese soldaten het dorp. Met hun vertrek wordt het tijd dat het gewone leven herneemt. De oorlog is gestreden en de vrede weergekeerd. Maar lang niet alles wordt terug zoals het was. De wereld van voorheen is door de oorlog op losse schroeven gezet. De onderlinge verhoudingen zijn ook helemaal door elkaar geschud. Dat zie je bijvoorbeeld al in Jans gezin: zijn moeder verdient nu de kost, hij probeert ook wat geld in het laatje te brengen en zijn vader vecht tegen zijn donkere buien.

De mensen hebben zich leren aanpassen aan de situatie tijdens de oorlog en nu is het tijd om nog maar eens aan te passen en de draad terug op te nemen. Maar dat is niet voor iedereen even gemakkelijk. Zoals Jans vader, die is teruggekeerd met een blijvende handicap. Of Rosenthal, de Joodse buurman die als enige is teruggekeerd uit gevangenschap en zijn huis bewoond ziet door andere mensen.

Tijdens de oorlog werd bovendien de plaatselijke politieagent, Franschman, doodgeschoten. Echt rouwig zijn de meeste dorpsbewoners daar niet om, maar de dader is nog steeds niet gevat en de moord(enaar) houdt Jan (en met hem het halve dorp) nog altijd in de ban. Schuld en onschuld en goed en kwaad verschuiven in oorlogstijd. ‘Een beetje zwarte handel, ach, dat stelde niet veel voor’, zo probeert Jan zijn eigen handelen tijdens de oorlog goed te praten. Loes wordt dan weer afgerekend op haar vaders verleden, waardoor ze niemand iets durft te vertellen van wat haar overkomen is: ‘Maar alleen mijn vader was lid van de Sociaal-Nationalistische Beweging. Ik ben slechts kind-van’. Wat goed en fout is valt helemaal opnieuw te definiëren na de ervaring van de oorlogsjaren.

Dat idee dat alles verschoven of veranderd is, zit ook helemaal in de titel vervat: ‘Er mag zoveel niet’. Er hangt in heel het boek een sfeer van onzekerheid, twijfels, mysterie en geheimen. Heel veel zaken zijn in nevelen gehuld. Dat gaat van het drankprobleem van mijnheer Driessen, over het stropen van Douwe, over Jans handeltje in Rosenthals schuur tot de grotere geheimen zoals de moordenaar. Jan puzzelt verder met alle aanwijzingen die hij gaandeweg verzamelt en hints die Douwe hem toewerpt. Het boek zit, net als in het verhaal, vol vermoedens en mogelijke ‘verdachten’. Iedereen weet wel iets, maar iedereen zwijgt en houdt het voor zich, niets wordt uitgesproken.

Dat is ook heel tekenend voor de naoorlogse samenleving die verder probeert te gaan, maar de wonden die tijdens de oorlog werden geslagen zijn niet allemaal (al) geheeld. Na al die spanning die tussen de regels kruipt, kwam voor mij persoonlijk de onthulling wel als een kleine tegenvaller.

Door de subtiele maar constant aanwezige spanningsopbouw waren mijn verwachtingen hooggespannen en die werden niet helemaal ingelost. Enerzijds had ik na Jans onderzoek iets onverwachter of spectaculairder verwacht. Anderzijds past het einde wel bij de andere kant van het boek, die focust op het familiale en de relaties binnen een familie, een vriendenkring, een dorp, …

Barbara Artoos

 

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur