En toen, Sheherazade, en toen? Uit de verhalen van duizend-en-een-nacht

En toen, Sheherazade, en toen?

Onze recensie

Ze blijven tot de verbeelding spreken, de verhalen van Duizend-en-een-nacht. Naast de recente bewerking door Ed Franck is er nu die door Imme Dros.

Beiden zijn geroutineerde bewerkers van klassieke verhalen voor de jeugd. En beide uitgaven zijn prachtig uitgegeven. En toen, Sheherazade, en toen? Springt meteen in het oog door het paarse kader rond de omslagillustratie, het blauw op de snede en het goudkleurige leeslint. De bundel is rijkelijk verlucht door Annemarie van Haeringen. Bijna om de twee bladzijden krijg je een paginagrote illustratie.

Meestal wordt de aandacht getrokken op één personage of dier, geplaatst tegen een witte of fel gekleurde achtergrond. Geregeld verwerkt ze ook oosterse bloemenmotieven. Met haar favoriete materiaal – waterverf – schildert Van Haeringen indrukwekkende taferelen op zee, maar evengoed in de woestijn. Een keer tekent ze de golven als kronkelende bloemen en bladeren. Behalve door planten wordt de oosterse locatie opgeroepen door kledij en tapijten. Alles samen creëren ze een sprookjesachtige sfeer waarin je zo kunt wegzinken. Prachtig zijn ook haar interpretaties van de afschrikwekkende djinns en van de vele dieren. Onvergetelijk is de eend met haar witte, bibberende lijf tegen een blauwe achtergrond.

Als uitgangspunt voor haar bewerkingen koos Imme Dros Engelse vertalingen. In haar verantwoording beklemtoont ze dat ze vooral probeerde in een bepaald metrum te schrijven. Daar is ze wonderwel in geslaagd. Als je de verhalen voorleest, hoor je de verteller. Om dat effect te bereiken, verving ze geregeld langdradige fragmenten door spreekwoorden of versregels. De gedragen stijl waarin die verwoord worden, wisselt ze af met ritmische opsommingen en levendige vragen. Haar merkwaardigste ingreep is echter dat ze het oorspronkelijke kaderverhaal bij het begin uitbreidt over het hele boek. Geregeld onderbreekt Sheherazade de verhalen die ze vertelt op spannende momenten, om pas de volgende dag de draad weer op te nemen: ‘Sheherazade zweeg toen het licht werd. De koning liet haar een dag langer leven om weer haar stem in het donker te horen. En de zon kwam schitterend op en de zon ging weer onder. Pas toen de nacht was gekomen vertelde Sheherazade: ~ Volgens kronieken, o nobele koning, stormde die ezel …’

Die interventies vormen een rode draad door het boek, een effect dat visueel versterkt wordt: Van Haeringen tekent een miniatuur in de rand bij elke onderbreking. De selectie van Dros verschilt grondig van die van Franck. Terwijl Franck maar één dierenfabel selecteerde, maken die korte verhalen de hoofdmoot uit bij Dros. Franck neemt veel meer erotisch getinte verhalen op, waardoor zijn verzameling mikt op een oudere lezersgroep. Wel duiken bij beiden de avonturen van Sindbad de zeeman op. Aan het slot valt alles prachtig in de plooi, in woord en beeld. ‘En toen ze trouwden na duizend-en-een-nacht, vierde het volk van volle maan tot aan volle maan een weergaloos feest met onbeperkt eten en drinken en vrolijk zijn, alles bekostigd door de koning der koningen Sjahriar. En daarvan kwamen uiteraard kinderen en ontelbare nieuwe verhalen.’

Van Haeringen geeft Sjeherazades trouwjurk een lange sleep die uitloopt in de ruimte, zonder contourlijnen, zoals verhalen eindeloos verder kunnen gaan. Tegelijk vloeien de motieven van haar jurk als het ware samen met die van Sjahriars mantel, als symbool voor hun verbondenheid.

Jan Van Coillie

 

 

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur