Peuters bootsen met veel plezier het geluid na van allerlei dieren als de koe, de hond, de kip, het paard, het varken of de eend. Op dat plezier is dit stevige kartonboek gestoeld. Op bijna elke pagina vind je expressief getekende dieren met het bijhorende geluid in een tekstballon. Ongetwijfeld biedt dit gedeeld plezier voor voorlezer en peuter. Het plezier dat dit boek geeft, steekt echter niet alleen in de klanknabootsingen, maar ook in de verrassende wendingen in het verhaal. De koe zegt ‘Boe!’, de hond ‘woef!’, de kip ‘tok’ en wat zegt het kleine eendje? …‘Miauw’. De dieren kunnen hun oren niet geloven, ook de slang, het everzwijn en de yak niet. Allemaal proberen ze het eendje te helpen om ‘kwak’ te zeggen, maar het diertje zegt telkens weer ‘miauw’. Dé verrassing voor iedereen komt wanneer de mama van het eendje opdaagt.
De tekst is berijmd, wat hier geen meerwaarde is. De rijmende regels klinken soms gekunsteld. Zo zegt de koe niet enkel ‘Boe’, maar ook ‘Ik ben dolblij!/ welk dierenlied zing jij?’ Het vreemde woord ‘lied’ in deze context echoot na in ‘MIAUW is toch het poezenlied?’ Al even gemaakt klinken de berijmde woorden van Paard: ‘Dat is verkeerd./ Miauw is niet wat/ een eendje leert.’ Je hoeft als voorlezer de tekst echter niet woordelijk te volgen. De kleine luisteraars zullen meer plezier beleven als je vrij vertelt en hen de geluiden laat nabootsen bij de passende dieren die ze zien. Wedden dat Eend zegt miauw dan bij veel peuters een lievelingsboek wordt?
Jan Van Coillie