De voorpagina van Een zwart Pyama (oorspronkelijke titel: Never fall down) vat het perfect samen : “het waargebeurde verhaal van een elfjarige jongen die de Killing Fields (een periode/gebied waar zeer veel slachtoffers vielen in een burgeroorlog) van Cambodja overleeft.”
Het jaar 1975. Na een jarenlange guerillastrijd neemt de Rode Khmer de macht over in het al jarenlang door problemen geteisterde Cambodja. Onder het bewind van Pol Pot wordt een extreem communistisch regime ingevoerd: iedereen moet dezelfde kleren dragen (een zwarte pyjama), iedereen moet hetzelfde werk doen (het land bewerken), iedereen krijgt per dag hetzelfde eten (veel te weinig).
Arn Chorn-Pond is elf jaar in 1975. Zijn ouders waren bekende muzikanten, en ook zijn droom is altijd geweest om beroemd te worden. Maar wanneer de Rode Khmer zijn stad inneemt, moet hij die droom even verstoppen. Iedereen moet van de Rode Khmer immers hetzelfde dromen: niks. Hij wordt gescheiden van zijn familie en zijn vrienden, en hij moet net als alle andere Cambodjanen aan het werk op het platteland. Daar ziet hij meteen de gruwel: mensen die al werkend doodgaan, mensen die doodgeschoten worden omdat ze vijf minuutjes wilden rusten, mensen die vermoord worden omdat ze vroeger rijk waren…
Arn beseft al snel dat het belangrijk is je zo onzichtbaar mogelijk te maken, om niemand in de weg te lopen. Maar dan wordt er gevraagd of er kinderen zijn die muziek kunnen spelen om zo de grote leiders van de Rode Khmer tevreden te stellen… is het een list of net een uitweg?
Arn wordt muzikant voor de Rode Khmer en leert meer en meer hoe hij zijn overlevingskansen kan vergroten. Een beetje eten stelen om mogelijke klikspanen om te kopen en te doen zwijgen, een beetje overdreven gehoorzaam zijn om in de gunst te komen van de wrede bewakers, een beetje mooie muziek spelen om zijn zorgen te vergeten… Naast het feit dat het boek ons de wreedheden van de oorlog wil vertellen – een geschiedenis die hopelijk nooit meer herhaald wordt –, is het boek ook een persoonlijk verhaal, gebaseerd op waargebeurde feiten.
Arn Chorn-Pond is immers een echt persoon, die momenteel de wereld rondreist om zijn verhaal te vertellen en voor vrede te zorgen. De schrijfster heeft zijn verhaal in dit boek ook heel krachtig weergegeven. Patricia McCormick beschrijft op zo’n beklijvende manier de gedachten van de jongen, dat het vaak lijkt dat je zelf alles meegemaakt hebt: zo aangrijpend dat je af en toe het boek even aan de kant moet leggen. Zeker naar het einde toe, wanneer Arn niet langer muziek moet maken, maar mee moet gaan vechten. De gevoelige jongen van elf jaar is op vier jaar tijd helemaal veranderd in een jongen die alleen nog maar aan overleven denkt, ook al gaat dat ten koste van anderen…
En het meest treffende van alles is dat je het als lezer nog begrijpt ook. Enerzijds omdat Arn zo veel dingen heeft meegemaakt en anderzijds omdat de schrijfster het zo sterk onder woorden gebracht heeft. Een zwarte pyjama is dus een ongelofelijke roman – maar dus wel zeer sterk gebaseerd op waargebeurde feiten – die je vanaf bladzijde één volledig onderdompelt in een gruwelijk verhaal: het algemene van een verschrikkelijke burgeroorlog en tegelijkertijd het persoonlijke van een gewone jongen die volledig verandert door die verschrikkelijke oorlog, maar erna gelukkig dat trauma gebruikt om de boodschap van vrede te verkondigen – kijk maar eens naar de filmpje hieronder.
Sebastian De Witte