Een bed van beton vertelt het verhaal van Wim en Andy. Ze zijn beste vrienden, en Wim nodigt Andy uit om met hem op vakantie te gaan aan zee. Andy kan wel vakantie gebruiken, want zijn vader ligt in het ziekenhuis en hij moet vaak op zijn broertje en zusje passen. Een paar dagen voor het vertrek wordt zijn broertje echter zwaar ziek en hij moet opgenomen worden in het ziekenhuis. Andy’s moeder vraagt hem met zijn zusje naar het tehuis Beukenhof te gaan, maar Andy wil dit niet en gaat op zoek naar zijn opa. Maar die woont niet meer op het adres dat Andy heeft, en hij heeft niet meer genoeg geld voor de trein naar huis.
Daardoor begint hij in de stad rond te dwalen. Op straat maakt hij kennis met Marcel en Flor, daklozen die ook op straat leven. Marcel neemt Andy onder zijn hoede, en samen proberen ze uit te zoeken waar Andy’s opa is. Maar Andy’s ouders ontdekken dat hij niet op Beukenhof is aangekomen en ook op de afspraak met Wim verschijnt Andy niet. Wim en zijn ouders, Vanessa en Andy’s opa gaan allemaal naar hem op zoek. Een bed van beton is zo opgebouwd dat afwisselend Wim en Andy een hoofdstuk lang als verteller optreden. Hierdoor creëert de schrijfster een contrast tussen de wereld van Andy (arm) en die van Wim (meer vermogend).
In het boek wordt het beschreven als: soms lijkt het alsof er tussen hen alleen maar verschillen bestaan. Wim hoeft over geld niet na te denken, terwijl Andy auto’s moet wassen om genoeg bijeen te sprokkelen voor een treinticket naar zee. Door goed gekozen en realistische voorbeelden toont de schrijfster aan dat armoede helemaal niet zo’n ver-van-je-bed-show is. Je kunt er heel gemakkelijk in belanden, zelfs door gewoon een broodje te veel te eten: Als hij dat niet had gedaan, had hij nog net genoeg geld overgehouden voor de trein terug. Omdat het leven op straat ook voor Andy nieuw is, deelt hij heel wat reacties en gevoelens met de lezer: Je was beschaamd, hè? En je schaamde je ook voor mij, hè? Dat verandert wel als de honger hard genoeg knaagt.
Het verhaal van Andy op straat wordt doorspekt met voorbeelden en bespiegelingen van het leven op straat, waardoor je ook veel leert over wat armoede en dat soort leven met zich meebrengen en wat ze inhouden. Het personage Vanessa, Wims nichtje, vormt een tweede contrast met Andy. Zij ziet de avontuurlijke kant van weglopen, maar denkt niet na over de gevolgen. Dit terwijl Andy de gevolgen aan den lijve heeft ondervonden. Hij beseft dat hij al bijna zo ver is dat hij het [bedelen] zelf zou durven. De kou en de regen vindt Andy nog moeilijker te verdragen dan de honger. Door de levendige beschrijvingen en realistische voorbeelden beleeft de jonge lezer samen met Andy en de andere personages, zowel intern als extern, hoe het voelt om op straat te leven.
Toch kent het verhaal een aantal zwakkere plekken. Hoewel het opzet van de schrijfster duidelijk is, zijn de zeer clichématige personages Oom Karel en Tante Maggy toch minder sterk. Via deze personages ontstaat er een derde contrast, tussen ‘echt’ en ‘schijn’. Oom Karel doet alsof hij om arme mensen geeft, maar hij kijkt heel erg op hen neer. En toch zijn er nog ouders die geen greintje dankbaarheid tonen klaagt hij over de feestjes die hij voor arme kinderen organiseert. Ook wanneer Andy terecht is, doet hij zo: Ik wou je eens goed laten eten, want die kans krijg je wel niet vaak . Andy zet hem onmiddellijk op zijn plaats. Het enige waar hij naar verlangt, is een zacht bed met echte lakens. Hij is zijn ‘bed van beton’ beu. Natuurlijk zijn er mensen die op eenzelfde manier als Oom Karel en Tante Maggy over armoede denken, maar beide personages brengen verder in het verhaal niets bij.
Een mogelijk nadeel voor lezers van nu is ook dat het boek dateert uit 1995. Op zich is dat geen probleem, want armoede is van alle tijden, maar in het boek wordt nog gebruikgemaakt van Belgische franken. Voor lezers vanaf 10 jaar is de frank niet meer dan een vage herinnering, en dat maakt het inlevingsvermogen in het verhaal ook moeilijker. Honderdtwintig frank. Daarmee kan hij niet eens meer de trein naar huis betalen. Geld, en dan zeker die 120 frank die Andy nodig heeft, vormt een belangrijk motief in het verhaal. Het gebruik van ‘oude’ franken zorgt voor een extra afstand, waardoor een lezer zich mogelijk minder kan identificeren met Andy en zich minder kan inleven in de situatie. Misschien is een herwerking en heruitgave van het verhaal in de nabije toekomst wel een leuk idee?
– Door Barbara Artoos –