DOOSJE open * dicht

DOOSJE open * dicht

Onze recensie

DOOSJE open * dicht gunt ons een blik in de leefwereld van een klein meisje dat op een aparte, maar toch ook herkenbare manier naar de grotere wereld om haar heen kijkt. Korte stukjes tekst en verhalen loodsen ons door haar ervaringen. Er is best wel wat beeldspraak in het boek aanwezig. Het boek is bedoeld voor kinderen vanaf 5 jaar, maar die worden duidelijk niet onderschat.

Na de titel volgen al meteen enkele betekenisvolle regels die naar de titel linken: ‘De grote mensen noemden het kleine meisje / Doosje. / Er zat veel in haar verstopt. / Maar ze bleef goed dicht. / Alleen soms. Soms ging ze open. / Dan kon je zien wat er in haar zat.’ Als je iets ouder bent, begrijp je misschien beter wat er achter de mooie woorden verstopt zit, maar dat maakt van DOOSJE open * dicht ook een prachtig ‘meegroeiboek’, waar kinderen en volwassenen van elke leeftijd van blijven genieten.

De opeenvolging van korte, aparte verhaaltjes doet denken aan het dagboek van hofdame Sei Shonagon, haar ‘hoofdkussenboek’, dat in de Japanse literaire traditie verweven zit. Een dergelijk boek is een verzameling van allerlei teksten, zoals beschrijvingen, gedichten, amoureuze verhalen, lijstjes van dingen die ze verafschuwde of net adembenemend vond… (Aidan Chambers bouwde op die manier ook zijn boek This Is All: The Pillow Book of Cordelia Kenn op.) Sakai laat ons nogal alledaagse dingen zien door de ogen van een kind. Hoewel dat principe geen nieuwigheid meer is, levert het toch veel moois op. We lezen rake beschrijvingen, die kinderen zeker herkenbaar in de oren zullen klinken.

Als volwassenen waren we haast vergeten hoe rustig en troostend duimen kan zijn, hoe mooi sneeuw kan zijn en hoe angstwekkend levensgrote treinen vaak zijn. Schattig en herkenbaar is het hoe Doosje haar knuffels meetroont op een wandeling en hen toespreekt zoals haar mama haar zou toespreken. Als haar mama haar ‘betrapt’ en haar een ‘schattige kleine juf’ noemt, is de betovering verbroken en herkent ze in haar knuffels geen vrienden meer. ’Doosje schrikt, heel hard. / Daar zitten geen vrienden, maar knuffels. / Met koude ogen en stille neuzen. / Met strakke steekjes aan de toppen van hun poten – / die kan ze nu heel goed zien.’ Vertwijfeld vraagt ze zich af of haar vrienden ooit nog terugkomen. Ook die steken van verdriet, boosheid op mama, verwarring en radeloosheid zijn erg herkenbaar. Kinderen zijn vaak bang om alleen te blijven.

Soms lezen we ook ietwat complexere beschrijvingen, maar dat maakt het – zoals we eerder al zeiden – tot een mooi ‘meegroeiboek’. Bijvoorbeeld: ‘Ze keert het boek om, / de bladzijden kijken naar buiten nu. / Doosje leest het verhaal / voor onzichtbare mensen.’ We krijgen niet alleen de mooie kanten van het kind-zijn te zien. Er is niet alleen maar een geromantiseerd beeld van kinderen en hun leefwereld dat we voorgeschoteld krijgen. Ook Doosjes angsten komen aan bod. We zien die angsten in donkere tekeningen gereflecteerd. Sommige kinderen zouden afgeschrikt kunnen zijn door het donkere in de illustraties.

Het valt op dat vogels een prominente plaats in de tekeningen krijgen. Uit de verhalen is niet overduidelijk waarom. Als je weet dat het oorspronkelijke boek B to I to R to D genoemd werd, dan is de link wel duidelijk. Sakai zorgde voor een mooie afsluiter door met de beeldspraak te eindigen waarmee het boek begon: ‘Ze noemden het kleine meisje / Doosje. / Soms kon je even zien wat er in haar zat. / Dan ging ze weer dicht.’

– Door Hannelien Del’haye –

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur