De zomer dat we Parijs bestormden

Onze recensie

‘Het is zover, de uitslag staat op Facebook: ik ben het Bronzen Varken.’ Die ‘ik’, dat is Mireille, een meisje uit het Franse Bourg-en-Bresse. En het ‘Bronzen Varken’ is een van de drie bekroningen tot lelijkste meisje van de school, georganiseerd door haar ‘dierbare vriend’ Malo en zijn trawanten. Mireille laat zich niet kisten. De volgende zin typeert haar helemaal: ‘Ongelooflijk. Na twee jaar op rij het Gouden Varken te zijn geweest dacht ik dat ik aan de troon zat vastgekleefd, maar nee hoor.’ Met een grote portie lef, ondernemingszin en vooral zelfrelativering vat ze meteen de koe bij de horens. Ze vogelt uit wie er de eerste en tweede prijs won en zoekt de ‘winnaars’ op: Astrid Blomvall, die heel veel puisten heeft en vreselijk loenst en Hakima Idriss, die ‘wel iets van een snoek’ heeft. Het klikt meteen tussen de drie en samen besluiten ze naar Parijs te fietsen om er op de nationale feestdag het presidentiële feest te ‘crashen’. Ze worden daarbij begeleid door Hakima’s broer Kader – door Mireille steevast ‘de zon’ genoemd – die in een rolstoel rijdt nadat hij als soldaat beide benen verloor tijdens een missie in het buitenland. Alle drie hebben ze hun eigen redenen voor de reis. Ze zijn nog niet echt vertrokken of een invloedrijke blogster schrijft een vlammend stuk over de Varkensverkiezing en al snel bijten de media zich vast in het trio en hun tocht. Zullen de drie slagen in hun opzet en wat zullen ze in Parijs precies bereiken?

Clémentine Beauvais schrijft met vaart. Je wordt meteen meegesleept door de directe stijl van Mireille, die geen blad voor de mond houdt, waardoor je je als lezer voortdurend voelt aangesproken. Een enkele keer richt ze zich zelfs direct tot die lezer en ook dat doet ze op haar eigenzinnige manier: ‘En jij, hypocriete lezer? Hoe hoop jij dat ons avontuur afloopt? Wil je dat Malo onze aanhanger in de fik steekt, dat we nooit in Parijs aankomen en ervoor worden gestraft dat we dik en lelijk zijn? Of ben je een lieverd, een gevoelig type?’ De confrontatie met Malo, die niet alleen het brein is achter de Varkensverkiezing maar ook nog eens de heroïsche tocht probeert te saboteren, is de zwakste plek in het verhaal. Zijn persoonlijkheid blijft te schimmig, de verklaring voor zijn gedrag overtuigt niet en de ‘toespraak’ waarmee Mireille hem tot rede probeert te brengen klinkt onnatuurlijk. Maar afgezien van dit vlekje schittert deze wervelende road story als de kroon van elke miss. De manier waarop de auteur de draak steekt met de schoonheidscultus is origineel en laat je niet onberoerd. Vooral de onderkoelde humor waarmee ze de thematiek benadert, werkt verfrissend. Je voelt als lezer dat de auteur veel van zichzelf in dit verhaal legde en dat is eigen aan alle grote literatuur. Hoe spits haar pen is, mag blijken uit het volgende, korte fragment, met een knappe mix van humor en spanning:

‘Nee. Het is altijd ons doel geweest om naar het tuinfeest te gaan, dus we gaan naar het tuinfeest.’ ‘We zouden op zijn minst mooie schoenen kunnen kopen.’

‘Nee, we houden onze gympen aan.’

‘Waarom?’

‘Voor als we moeten rennen.’

Overigens verdient ook de vertaalster, Eva Wissenburg, een pluim. Dat de spottende, soms bijtende en vaak relativerende toon je meteen op sleeptouw neemt, is zeker ook haar verdienste. Op p. 251 vind je trouwens een knap staaltje van vertaalwerk, waar ze een slam-tekst in het Nederlands omzet, op rijm en met behoud van het typische ritme.

De zomer dat we Parijs bestormden is zonder meer een aanrader voor jonge tieners, niet alleen omwille van de relevante thematiek, maar zeker ook voor de spitse humor, die al te zeldzaam is in boeken voor die leeftijd.

Jan Van Coillie

 

Weetjes

De zomer dat we Parijs bestormden werd in Frankrijk bekroond met de Prix Sorcières, de belangrijkste prijs voor kinder- en jeugdliteratuur. Er werd intussen een theaterstuk van gemaakt en de filmrechten zijn verkocht.

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur