De-woorden-van-zijn-vingers

De woorden van zijn vingers

Onze recensie

We’ll do it all Everything On our own We don’t need Anything Or anyone Rembrandt zijn handen spreken een eigen taal. Zijn oren sluiten hem af van de gewone wereld. Al snel beheerst doofheid zijn sociale en emotionele leven. Hij trekt zich terug in zijn eigen stille wereld waar hij zijn eigen emoties en zijn eigen levensverhaal onderdrukt. Hij staat er alleen voor … of toch, dat denkt hij …

Maar dan duikt Clara op. Hun eerste ontmoeting vindt plaats op de trein naar Leuven. Want daar volgt Rembrandt een ingenieursopleiding en Clara een muziekopleiding aan het Lemmensinstituut. Onmiddellijk merkt Clara dat Rembrandt een unieke jongen is. Contact zoeken lukt niet zo makkelijk. Maar ze laat zich niet afschrikken, zelfs niet als ze ontdekt dat Rembrandt doof is. Via haar jongere broer die slechthorend is, heeft Clara ervaring met de dovenwereld en kent ze gebarentaal. Toch is het niet de communicatieve brug maar de emotionele en psychologische brug tussen Rembrandt en anderen die verstevigd en verder opgebouwd moet worden.

Zowel Clara als Rembrandt worstelen met onzekerheid, onrust en tal van vragen waarop antwoorden verborgen blijven, verloren raken of niet gezocht durven worden. De greep van het verleden laat Rembrandt moeilijk los. Maar Clara slaagt er stapvoets in om toegang te krijgen tot zijn leven, zijn familie en tot zijn hele persoon. Samen staken ze het gevecht met het verleden en hoewel die niet simpel zal zijn, bouwen ze aan een nieuwe toekomst waarin ze elkaar gelukkig willen zien. If I lay here If I just lay here Would you lie with me and just forget the world?

Marian De Smet schrijft met De woorden van zijn vingers niet alleen een adolescentenroman die een bijzonder liefdesverhaal vertelt, maar geeft ook een kijkje achter de schermen van de dagelijkse realiteit van een dove jongen. Via de woorden van haar vingers brengt de auteur de beperkingen van een vrijwel onzichtbare handicap aan het licht. Ze doet dit door heel concrete situaties te beschrijven zoals een treinrit, op kot zitten, omgaan en afspreken met mensen die niet doof zijn, lessen volgen in een aula met een tolk, naar een fuif gaan, muziek beluisteren door met je lichaam de bassen te voelen, verliefd zijn en je geliefde niet eens kunnen bellen … Door de levensechte beschrijvingen identificeert de lezer zich al snel met de personages en ondervindt hij hoe beklemmend en eenzaam sommige situaties voor een dove persoon kunnen zijn. Je hoort er nooit helemaal bij, er moeten altijd extra inspanningen geleverd worden, zowel door jezelf als door anderen.

Het gewone leven vraagt zoveel meer werk, zeker als je je er bewust voor probeert af te schermen. Heel subtiel en knap verwerkt De Smet ook heel wat praktische informatie over doventolken, gebarentaal, technische hulpmiddelen zoals een implantaat, studeren met een functiebeperking, aangepaste woonomgevingen voor studenten met een functiebeperking, enzovoort. Handicap is niet het enige thema in het boek. Naarmate het levensverhaal van Rembrandt via flashbacks meer vorm krijgt, begint zich langzaam een reeks ongelukkige voorvallen uit het verleden te ontspinnen. Het boek raakt ietwat overbeladen door de opeenstapeling van verschillende taboeonderwerpen. Rembrandt worstelt naast zijn handicap en sociale geremdheid ook met geldproblemen. Hij heeft zijn vader nooit gekend en werd tijdens zijn kindertijd slachtoffer van seksueel misbruik.

Toch blijft het een erg rijk boek rond het thema handicap. Het nodigt uit tot empathie, respect en begrip voor personen met een handicap en doet dit niet via medelijden of het ontkrachten van een negatieve kijk en aanvechten van onbegrip, maar net via het besef dat hun emoties zoals verliefdheid, verdriet, onzekerheid, angst … niet zo verschillend zijn van die van anderen. Daardoor wordt het boek ook voor adolescenten (én volwassenen) zonder handicap heel herkenbaar. En dit zeker als ze hun studententijd in Leuven doorbrengen of doorgebracht hebben.

– Annelies Marin –

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur