De Zweedse jongen Nils Holgersson is een ettertje. Hij woont op de boerderij bij zijn ouders en houdt ervan de dieren rondom hem te pesten. Op een mooie zondagmorgen, wanneer zijn ouders naar de kerk zijn, beraamt hij plannen om met vaders karabijn op kraaien te schieten. Maar dan kruist de huiskabouter zijn pad en Nils vangt het kleine kereltje. Op de toverkracht van de kabouter had hij wel niet gerekend. Prompt wordt Nils zelf omgetoverd tot een kabouter. Wat nu? Heel toevallig belandt hij op de rug van één van de tamme boerderijganzen, die net besloten heeft om een zwerm wilde ganzen te volgen op hun jaarlijkse trektocht. Nils moet nu een plekje veroveren in de troep ganzen. Hij ontpopt zich tot een dapper kereltje dat mits slimme listen de ganzen ter zijde staat op hun lange en gevaarlijke reis. De tocht leidt hen door alle Zweedse provincies en op elke plek beleven ze weer een nieuw avontuur.
Wie kent de beroemde Nils Holgersson niet? De kinderen kennen hem van de gelijknamige Japanse animatieserie uit 1980. Vele volwassenen zullen ooit het boek wel gelezen hebben. Selma Lagerlöf schreef haar klassieker in 1906 om Zweedse kinderen op een spannende en speelse manier de aardrijkskunde van hun land aan te leren. Oorspronkelijk was het als schoolboek bedoeld, maar een aardrijkskundeboek is het nooit geworden. Het werd wel een erg beroemd en vaak vertaald avonturenboek. In 1911 verscheen de eerste Nederlandse vertaling en sindsdien wordt het boek geregeld heruitgegeven in een nieuwe vertaling.
In deze uitgave wordt het verhaal over Nils opnieuw verteld door Bette Westera. Wie haar werk kent, weet dat ze garant staat voor kwaliteit. Het boek leest vlot door de klare taal en de vele dialogen. Het telt bijna 400 bladzijden, maar toch gaat het nergens vervelen. De lezer leeft mee met Nils, die zich uit een onsympathiek kereltje ontpopt tot een ware held. Door de vlotte, hedendaagse taal merk je niet dat dit boek eigenlijk al meer dan een eeuw oud is.
De vele prenten in het boek zijn van de hand van Martijn Van der Linden, een illustrator die ook zijn sporen al ruimschoots verdiend heeft. De prenten spreken aan en geven de vele avonturen extra lucht en licht.
Het boek is netjes verdeeld over 24 hoofdstukken en behandelt de 25 streken waarin Zweden toen was ingedeeld. Elk hoofdstuk is onderverdeeld in verschillende deeltjes, wat het interessant maakt als voorleesboek. Het is ook een dagboek. Het verhaal begint op zondag 20 maart en eindigt op woensdag 9 november. Nils Holgersson is dus 8 maand op wonderbare reis en hij maakt de drie mooiste Zweedse seizoenen mee.
Aan het begin van het boek krijgt de lezer een vijftal bladzijden extra uitleg over de omstandigheden waarin Selma Lagerlöf het boek schreef en over de uitspraak van bepaalde woorden en klanken. De Zweedse taal kent immers enkele letters die in onze taal niet voorkomen of anders worden uitgesproken. Er staan zelfs enkele uitspraakoefeningen bij. Leuk voor de voorlezer. Achteraan krijgt de lezer nog een toemaatje in de vorm van leuke weetjes over de Zweedse cultuur. Op beide schutbladen vooraan en achteraan staat een kaart van Zweden waarop de reis van Nils en de wilde ganzen is uitgetekend. Je kan de hele tocht dus perfect mee volgen.
Deze frisse heruitgave van een klassieker hoort in ieders boekenkast thuis. Maar wees gewaarschuwd: wie dit boek uitleest, zal meteen ook een reis naar Zweden willen boeken om al dat moois met eigen ogen te gaan ontdekken.
Lut Vanderaspoilden