Onesmus Malandi woont met zijn ouders, zijn twee broertjes en een kleine zus in Kenia. Het gezin heeft het niet breed. De ouders werken hard op het land om groeten en fruit te kweken. Soms moet Onesmus zijn vader helpen, vooral als de opkopers druk uitoefenen. Dan kan hij niet voetballen met zijn vrienden op het plein voor de school en dat is nu echt het liefste dat hij doet. Jongens met zoveel talent als Onesmus en zijn vriend Jamar dromen er van om naar de voetbalschool te gaan, een beetje verder op.
Daar krijg je een prima sportieve opleiding. En soms, als de buitenlandse talentenscouts jongens goed genoeg vinden, kunnen ze naar Engeland. De Premier League! Dat is ook de droom van Onesmus. Maar zolang de directeur van de voetbalschool hem niet wil toelaten maakt hij natuurlijk geen enkele kans. En toch! Op een dag kan hij tonen wat hij kan! Misschien komt zijn droom toch nog uit.
De Witte Stip is meer dan een verhaal over alleen maar voetbal. De armoede en de gebrekkige huisvesting, het gebrek aan kansen, de druk van de veeleisende groentekopers…, zorgen voor een realistisch beeld van een doorsnee Afrikaans gezin. Kleine details zoals de nieuwe T-shirts, de eerste warme douche, de buffels en de slang maken het verhaal heel concreet. Onesmus en Jamar moeten knokken om er te komen, maar hun slimme inzet en hun solidariteit worden beloond.
Yvonne