De wind en wij is allerminst een doorsnee prentenboek. De overwegend grijze tinten van de illustraties en de suggestieve tekst wijken sterk af van de populaire prentenboeken in Europa of de VS. Het boek valt meteen op door het grote formaat én door het grijze, zachtaardige, harige monster op de voorkant, gebogen over een meisje in een gele jekker en omringd door wervelende herfstblaadjes. Die jekker en gekleurde blaadjes brengen ook in het boek wat kleur in de grijze of ijzig blauwe achtergrond. Die combinatie is goed doordacht. Op het hoogtepunt van het spel tussen het meisje en het knuffelmonster nemen de geeloranje tinten het over van de grijze. De tekst drukt die climax krachtig uit: ‘We hielden ons goed vast./ We bleven waar we waren./ Zo leerden we elkaar steeds beter kennen./ En toch was alles nieuw.’
Doordat het verhaal heel sober verwoord en verbeeld wordt, laat het veel over aan de verbeelding. Waarom begint en eindigt het boek met een stipje aan de horizon, en is dat stipje op het eind hetzelfde meisje als bij het begin? Wat is de rol van het koffertje en wat zou erin steken? En welke diepere betekenis heeft het spel in het boek en het ‘uitgespeeld’ zijn.
In een kort nawoord geeft de illustrator de interpretatie mee die zijn vrouw aan het boek gaf: ‘Het is mijn vrouw die me vorig jaar, tijdens een autorit, vertelt waarover dit boek gaat: over onze kinderen, over mezelf als vader, over loslaten en over duwtjes in de rug. Ze ziet wat ik niet zie.’ Het is een boeiende verklaring, maar zeker niet de enig mogelijke. Net de verschillende lagen zorgen ervoor dat het boek je meevoert als een wervelwind.
Weetje
De wind en wij werd geselecteerd voor een Award of Excellence in een illustratorenwedstrijd in California, wat bijzonder is voor een Vlaming. Intussen won Kristof Devos ook de 3×3 Merit Award in New York.
Jan Van Coillie