In De wereld rond in één dag volg je een dag uit het leven van kinderen uit meer dan 40 landen van over heel de wereld. Per blad dat je omslaat wordt in prentjes weergegeven hoe kinderen uit verschillende uithoeken van de wereld een specifiek moment uit de dag beleven. Wat eet Beatriz uit Brazilië als ontbijt, hoe gaat Pipaluk uit Groenland naar school, wat doet Aiko uit Japan na school en welk slaapritueel volgt Giulia uit Italië?
De prentjes zijn vrolijk en kleurrijk, de teksten onder de prentjes kort en krachtig. Vooraan in het boek is er een vereenvoudigde wereldkaart, die soms wel handig is om te tonen in welk continent een bepaald land ligt. Achteraan in het boek is er per land een weetje te vinden. Zo leer je bijvoorbeeld van Bhutan niet alleen de vlag kennen, maar ook dat er 800 000 inwoners zijn en dat men er Dzongkha spreekt. Ook de etymologie van de naam van het land wordt uitgelegd.
Het boek biedt voor het doelpubliek een voldoende ruime blik op de wereld en zet aan tot nadenken en vergelijken met de gebruiken en gewoonten van hier. Omdat de tekstjes heel bondig zijn, moeten de kinderen wel wat begeleid worden.
Na een onderdeel gelezen te hebben met de zoon, werd er steevast nog eventjes nagepraat. Soms om te duiden: “Wat is het noorderlicht?”, “Dus eten ze in Japan én China met stokjes?”, “Wat is lacrosse?” en soms om te beslissen in welk land hij wat dat onderdeel betrof toch liever zou wonen (of net niet). Het hele boek was dus in één voorleeskwartiertje niet uit. Wij vonden dat helemaal niet erg en genoten nog dagen van dit interactieve boek en onze bijhorende gesprekjes.
Sara Leurs