Honderd jaar geleden staat Veertje voor een belangrijk moment: het is de nacht voor ze moet gaan werken. In De weg naar morgenochtend gaat de lezer samen met Veertje op zoek naar de figuurlijke weg naar volwassenheid. Samen zoeken naar antwoorden tussen dromen, angsten, verwachtingen en lichtpuntjes. Samen de nacht door, zwevend tussen kinderwereld en de onbekende wereld van volwassen worden.
Dat Joke van Leeuwen geen fan is van veelbesproken hypes in de literatuurwereld maakt ze telkens duidelijk met haar atypische stijl, die al meer dan eens bekroond werd. Haar werk is steeds een wisselwerking tussen woord en beeld, waar interpretatie en absurdisme vrij spel krijgen. Deze keer misschien zelfs zoveel dat zowel jonge als oudere lezers de herkenbaarheid kunnen kwijtraken, geen voldaan gevoel eraan overhouden of zich verliezen in de intense duisternis van de illustraties. Toch bij de eerste lectuur.
Van Leeuwen voelt door haar schrijven en haar boeken voeden zich met haar, daar kan niemand omheen. Zo ontstond ook Iep!, waar ze een persoonlijke periode van scheiden, verlies en loslaten omzette in een gelaagd kinderboek met humor, taalspel en troost. De weg naar morgenochtend start met verwijzingen naar het leven van haar oma, die “ook op haar twaalfde van school af moest”. Op die manier zijn de levens van Veertje en oma nu rechtstreeks met elkaar verbonden en worden alle levensvragen of -vreugdes ook samengebracht. Een vraag die snel kan opduiken bij de lezer is of er wel veel veranderd is wat betreft onze verwachtingen van kinderen – ondanks alle praktische wijzigingen in die honderd jaar. Niemand kan eromheen, Joke van Leeuwen doet nadenken vanaf de eerste pagina, die filosofisch eindigt met: “Voor wijsheid heb je geen diploma’s nodig, maar je moet soms wel je gedachten poetsen.”
Lezers zullen zich in elk geval herkennen in de thema’s opgroeien en kritiek op de volwassenheid, die de auteur ook nu niet schuwt. Die thema’s stuwen het boek voort. Hoe meer pagina’s zijn omgeslagen, hoe duidelijker de tegenstrijdigheid tussen kind zijn en volwassen zijn wordt. En die strijd is voelbaar langs alle kanten. Enerzijds lokken typische kinderlijke gedachten makkelijk een glimlach uit, zoals de reactie “hoe ver?” op moeders mededeling “Veertje, het is zover”. Anderzijds is ook het kippenvel voelbaar bij uitspraken als “het licht is weg – ik wil ook weg – ik wil naar huis”. Waar in het kinderlijke nog licht en sprankelende humor doorschijnen, krijgt de volwassen kant van alles vooral veel kritiek te verduren. Blijkbaar komt er een moment in het leven dat volwassenen vergeten dat ze ooit kind waren of dat kind zijn plots niet meer kan, met uitspraken als “er zijn van die dingen die moeten” of “kijk uit! Val niet! Spreek met twee woorden! Veeg je voeten!”. Opnieuw stof tot nadenken.
In de nacht- en droomwereld van Veertje staan vooral donkere, blauwe kleuren centraal. Hier en daar worden ze afgewisseld met grauwer rood of zwart, met uitschieters in het felgeel (een typischer kinderboektafereel op het toilet) en de gloed van zonsondergang (waar de aanwezigheid van gemis tastbaar wordt). De illustraties zijn verder zo divers en soms verwarrend, dat het oprecht voelt als een gekke droom waarin allerlei hersenspinsels met veel fantasie toch een grote boodschap van waarheid willen overbrengen. Het mag al lang niet meer verbazen dat deze associatieve tekenstijl kenmerkend is voor een Joke van Leeuwen.
Dit boek komt pas tot zijn recht na enkele keren lezen. Net zoals een kind vertrouwd moet raken met de volwassen mensen om zich heen, moet ook de lezer nu het vertrouwen en de genegenheid opbouwen. Wie deze kans grijpt, zal zien dat het een bijzonder boek is – ook al heeft Joke van Leeuwen deze keer nog meer dan anders de extremen opgezocht. Een bijzonder boek dus waar elke pagina iets nieuws biedt en verbaast, maar zelfs na meerdere keren lezen en voelen blijft het buikgevoel schreeuwen dat heel het verhaal meer een boodschap voor volwassenen wil verspreiden dan voor kinderen. Dit gevoel wordt versterkt door de sterke gelijkenissen met het baanbrekende Annetje Lie in het holst van de nacht (1987) van Imme Dros en Margriet Heymans, waar Annetje Lie vrolijke en enge koortsdromen meemaakt. Het boek kreeg meerdere prijzen, maar ook veel kritiek omdat het destijds zo anders was en volgens o.a. bibliothecarissen niet werd gesmaakt door kinderen. De weg naar morgenochtend wordt aangeduid als 10+, maar de ervaring zal uitwijzen wie nu precies de uitverkoren lezers zijn die met dit verhaal echt aan de slag kunnen.
Wie ervoor kiest om dit speciale boek in huis te halen, kiest voor een intrigerend verhaal dat urenlang besproken kan worden in de hele familie. Ondanks het overwegend zwaarder gevoel moet de lezer de weg blijven bewandelen met Veertje, want achter veel extremen zitten gelukkig nog licht en troost verscholen. Eigenlijk moet het avontuur pas beginnen.
Debbie L’homme