‘De zee zit vol geheimen, net als het hart van de mens. Maar de mens kan, als zijn hart overloopt, een pen pakken en op het strand van een blad die woorden neerschrijven die te zwaar wegen. We leren verhalen vertellen zoals we leren zwemmen. Om niet te verdrinken.’
Het begin van De walvis bibliotheek typeert meteen het boek. De essentie van het verhaal, het sprookjesachtige karakter en de uitgave als prentenboek zijn aantrekkelijk voor jonge kinderen, maar de soms zware, abstracte taal en de onderliggende thema’s maken het toch op de eerste plaats geschikt voor volwassen lezers. Die kunnen het boek wel voorlezen aan kinderen in eigen woorden of met de nodige toelichting.
Het verhaal vertelt over de wonderlijke ontmoeting tussen een walvis en een postbode op zee. De walvis woont diep op de bodem van de oceaan en is honderdduizend jaar oud. Maar wat haar het meest bijzonder maakt is de reusachtige bibliotheek die verstopt zit ‘achter haar glimlach’. Als de postbode op zee per ongeluk in aanvaring komt met de walvis, brengt het dier de man terug aan land en leent zij hem bij het afscheid een boek met het verhaal van een zeemeermin die verliefd wordt op een piraat. Als hij het voorleest in bad aan zijn zwangere vrouw, blijkt het op een speciale manier te werken … Maar al snel moet de man weer de zee op. Hij mist de bevalling, maar wordt wel uitgenodigd in de bibliotheek van de walvis. Terwijl zijn vrouw nieuw leven baart, wordt de walvis gedood, maar ook zij laat, dank zij haar bibliotheek, heel wat moois na.
Het verhaal is rijk en gelaagd. Het gaat over liefde, leven en dood, over het belang van literatuur en over onze stresserende tijd die langzame, diepgaande vormen van communicatie bedreigt. De taal is soms pure poëzie: ‘In mijn tas wachtten de brieven vol ongeduld./ Voor een brief is vertrekken niks, aankomen is alles./ Voor een mens is vertrekken alles.’ Of ‘Bladeren hebben zo’n mooie manier om te sterven.’ Van dergelijke zinnen kun je lang genieten. Toch had het verhaal nog sterker gekund als de auteur zijn taal helderder, meer uitgedund en minder zwaar had gemaakt. Dan had het boek tegelijk jong en oud kunnen aanspreken, zoals dat met de sterkste kinderboeken het geval is.
De illustraties van Judith Vanistendael in waterverf en kleurpotlood geven op een indrukwekkende manier zowel de geheimzinnige wereld onder water weer (in allerlei tinten blauw) als de warmte die de zwangere vrouw van de postbode uitstraalt (met rode tinten). Zelfs humor weet ze expressief te vatten, zoals in de passage waarin zijn vrouw de postbode in bad wil ‘enteren’. De kunstenares speelt ook functioneel met vlakverdeling: zo kun je in reeksen prenten volgen hoe de postbode in de bek van de walvis afdaalt of hoe het bloedende hart van de walvis de zee rood kleurt. Door de bibliotheek in de walvisbuik af te beelden over een dubbele pagina, wordt die extra indrukwekkend. Maar even beklijvend is de close-up van het oog van het reusachtige dier. Geregeld werkt Vanistendael in haar illustraties verhaallijnen verder uit, waardoor die de tekst verrijken: je ziet hoe vissen gevangen worden in de netten of hoe de dorpsbewoners in de ban raken van boeken.
De walvis bibliotheek is een indrukwekkend prentenboek voor oudere lezers dat een verhaal met de diepgang van een oceaan combineert met illustraties om in weg te duiken.
Jan Van Coillie
Weetje
De Walvis bibliotheek is een herwerking van een kleuterboek dat scenarist Zidrou in 1996 publiceerde met illustraties van Merveille: De walvis en de piraat. Dat boek had wel een heel andere bedoeling: het wou kinderen ertoe aansporen geleende boeken tijdig terug naar de bibliotheek te brengen.