Lang geleden konden vogels nog niet vliegen. Daar begint het avontuur van Mauro, een kleine mus die zijn zieke zusje wil helpen. Om te genezen moet Maartje naar zee, maar hoe kan dat als ze zo ziek is?
Samen met zijn vriend de vlinder gaat Mauro, op zoek naar de wijze vogel die boven op een berg woont. Onderweg krijgen de reiziger hulp van andere dieren: padden, een hert en een wolk vlinders die hem tot op de top van de berg brengen. In de grot van de wijze vogel ziet hij vreemde geschilderde vogels. Ze zweven en hebben geen pootjes. Mauro krijgt de opdracht om zelf te schilderen. ‘Vogels kunnen, heel veel , maar weten dat niet altijd’, leert de wijze vogel. Onwennig en boos verlaat Mauro de grot. Wat bedoelde de wijze vogel? Zouden die vogels zonder pootjes echt kunnen vliegen? Op de terugweg leren de vlinders Mauro om zijn vleugels uit te slaan. Vleugels kunnen veel meer dan alleen maar wuiven en snaveltjes afvegen. En ja het lukt! Trots vliegt Mauro naar huis. Met zijn zusje op de rug vliegt hij daarna naar zee. Als Maartje beter wordt, leert hij haar vliegen. Andere vogels doen hen na en op korte tijd kunnen alle vogels vliegen. Alleen de struisvogels blijven liever op de grond.
De vleugeltjes van Mauro is een verklarend sprookje dat goed aansluit bij de waaromvragen van kleuters die nieuwsgierig de wereld verkennen. Maar het is vooral een verhaal over vertrouwen, geloof in eigen kunnen en de moed om anderen te helpen. Dankzij de inzet van de vindingrijke Mauro en de hulp van andere dieren wordt Maartje beter. De tekeningen, ingekleurd met pastel , waskrijt en verf, ogen kinderlijk naïef maar de felle soms schreeuwerige kleuren spreken wellicht jonge kinderen aan. De mussen krijgen menselijke trekjes: ze zijn aangekleed en wonen in huizen. Met hun vinnige oogjes kijken ze de lezer s aan. De andere vogels, het hert en het konijn worden als dieren voorgesteld. Laurence de Kemmeter speelt met het perspectief en dat zorgt voor leuke effecten.
Rita Ghesquiere