Shakespeare voor kinderen, nieuw is het niet. Toneelstukken van de beroemde Britse schrijver werden al wel vaker bewerkt voor een jeugdig publiek, maar nooit eerder las ik zo’n knotsgekke versie als die van Het Geluidshuis. Na de sprookjes van Grimm en Andersen nemen Paul Wauters (scenario), Mark Borgions (illustraties) en Koen Brandt (regie en muziek) dit keer The Tempest onder handen, een stuk van Shakespeare dat voor het eerst werd opgevoerd in 1611. Het hoorspel is het werk van een hele ploeg met zeventien acteurs, vier muzikanten en het Budapest Art Orchestra.
Bovendien zijn er gastoptredens van Flip Caulier, Lutgard Simoens en Garry Hagger. Alles samen levert dit ruim een uur spetterend luisterplezier op, waarbij je als luisteraar wordt meegesleurd als in een roetsjbaan. Van begin tot eind voel je het plezier waarmee de acteurs en zangers aan deze productie gewerkt hebben. Prettig gestoord klinkt het dialect van de krabben en de matrozen. De wijze raad van Gonzalo, de dienaar van koning Alonso, zorgt voor een deftig tegengewicht.
Warre Borgmans is sterk als verteller: hij leeft zich uitstekend in het verhaal in en zijn verzorgde taal is helder en perfect verstaanbaar. Ook Evelien Bosmans klinkt overtuigend als rebelse tienerdochter Miranda, net als Hilde De Baerdemaeker als feministische Eerste Stuurvrouw. Het boek is vooral een extraatje bij de cd. Het voorziet het verhaal van illustraties in de typische, karikaturale stijl van Mark Borgions in de traditie van The Flinstones.
De tekst is beperkt tot enkele flarden, waardoor je de cd echt nodig hebt om het verhaal te kunnen volgen. Cijfers onderaan de pagina’s geven aan wanneer een nieuwe track op de cd begint. Dat Het Geluidhuis voor The Tempest koos om te bewerken voor kinderen, is geen toeval, de sprookjesachtige plot met een heks, een geest, een tovenaar, een koning, een valse rivaal, een prins en prinses maken het meer dan elk ander stuk van Shakespeare geschikt om te bewerken voor een jeugdig publiek. De kern van ‘De Storm’ blijft bewaard. Bij het begin spoelt de magiër Prospero met zijn dochtertje aan op een eiland. Hij was afgezet als hertog van Milaan en verbannen door zijn broer Antonio en zint op wraak. Op het eiland temt hij het monster Kalibaan, zoon van de overleden heks Sycorax en maakt hij van de geest Ariel zijn dienaar en spion.
Als na twaalf jaar het schip met zijn broer, de koning van Napels en diens zoon Ferdinand bij het eiland verzeild raakt, is het uur van de wraak gekomen. Prospero ontketent een storm die de bemanning van het schip in groepjes laat aanspoelen. Met de hulp van Ariel, die zich in een harpij verandert, leert hij zijn vijanden een lesje. Intussen wordt zijn dochter Miranda verliefd op Ferdinand. Op het eind triomfeert de liefde, vergeeft Prospero de koning en zweert hij de magie af. Voor zijn valse broer heeft hij echter wel nog iets extra in petto. Ook al blijft deze plot bewaard, toch wordt voortdurend een spel gespeeld met Shakespeares stuk. Miranda is een rebelse puber geworden die de slappe Ferdinand om haar vinger windt en ook haar vader geregeld tegenspreekt. De twee dronken matrozen uit Shakespeares stuk zijn vervangen door een dronken kapitein en een feministische stuurvrouw.
Voor extra humor in de traditie van Walt Disney zorgen twee krabben. Enkele passages werden ook veranderd vanuit ethische overwegingen. Caliban probeert Miranda niet langer te verkrachten, maar achtervolgt haar enkel. Hij is trouwens ook niet langer een ‘donkerhuidige’ kannibaal (Caliban is een anagram van het Engelse cannibal), maar wel een soort sprookjesmonster. Leuk voor volwassenen zijn de gevleugelde woorden uit verschillende toneelstukken van Shakespeare die vooral Gonzalo te pas en te onpas citeert. Soms zijn die op een prettig gestoorde manier passend verwerkt, maar even vaak komen ze geforceerd over. Eerder een knipoog dus naar de volwassenen, want jonge luisteraars kunnen ze eerder verwarren dan amuseren. Van Alonso komt de volgende variant op misschien wel de beroemdste uitspraak uit The Tempest : ‘ Zoals die muziek, zijn wij van de stof waar dromen van gemaakt zijn .’ ( ‘We are such stuff as dreams are made on ’ The Tempest Act V, 1).
Ook veel flauwe grappen zullen kinderen ontgaan, de verwijzingen naar spataders bijvoorbeeld, of een absurde uitleg over pensioenlast en een seksistische commentaar bij Ariel als harpij: ‘ half draak, half vrouw. Ja, gewoon een vrouw dus.’ De kwaliteit van de tekst is erg wisselend, met soms originele, klankrijke vondsten (‘kreng van een krab’) en woordspelingen, maar ook clichés en gekunstelde zinnen. De liedjes zijn echte meezingers, al bevatten ze af en toe storende rijmdwang en opvullers (‘ Net als in de boeken,/ het soort man dat meisjes zoeken./ Waar ze dagboeken aan wijden/ en roomtaartjes voor vermijden .’). Helemaal in de absurde sfeer passen de muzikale parodieën op bekende melodietjes.
Jan Van Coillie