In dit boek maak je kennis met Wal. Hij vormt samen met zijn ouders en zijn kat een hechte familie. Maar omdat het wel eens stormt in het hoofd van Wal en hij de zaken soms anders interpreteert als zijn leeftijdsgenootjes, wordt hij doorverwezen naar een psychologe. Voor die psychologe schrijft hij zijn ervaringen neer. Daarin vertelt hij in eigen woorden hoe het is om te leven in zijn hoofd, hoe het leven er daar aan toe gaat, hoe hij de wereld ervaart en zijn voorgaande ervaringen.
Die ervaringen worden in de tekst opgenomen in een ander, cursief lettertype: ‘Een doorsnee jongen met een doorsnee leventje? Helaas pindakaas. Ik moet elke dag knokken. Mijn hoofd is een rommelzolder, maar dat ziet niemand.’ (5). De psychologe had ook aangeven dat die stukken voor mensen herkenbaar zouden zijn. En dat klopt echt. Voor mij zijn deze cursieve stukken de sterren van het verhaal. Het maakt het hele verhaal plots heel echt, heel begrijpelijk en heel herkenbaar. Het stukje dat ik hierboven aanhaalde, is daar al een goed voorbeeld van. Niet dat het in mijn hoofd een rommeltje is, maar heel veel van de ervaringen die hij doormaakt, zijn voor iemand die niet helemaal doorsnee is erg herkenbaar. Iedereen die ooit al ergens gepest werd, herkent die gevoelens wel: ‘ik hoorde en zag de anderen over mij smoezen. Ze zwegen als ik langskwam. Ik deed alsof het me niet kon schelen, maar het vrat aan me. (48) Ook zijn reactie na het schrijven is heel herkenbaar voor iedereen die aan zijn eigen issues aan het werken is: ’Een mens wordt niet vrolijk van al dat graven in zijn eigen miserie. Niet dat ik lang moet graven. Dingen die je moet onthouden, vergeet je vaak en wat je wil vergeten, zit in je hoofd gebeiteld.’
Dat maakte het boek op momenten ook wel wat zwaar om lezen, omdat enkele van zijn ervaringen gelijklopen met mijn eigen verleden. Net zoals Wal na het schrijven van die stukjes op is door het opnieuw te beleven, heb ik dat als lezer ook. Er komt, in aansluiting op wat ik lees, ook heel wat bij mij (terug) naar boven. Walts psychologe heeft dus helemaal gelijk. Maar ik geloof ook dat daar net de sterkte van het boek ligt. Het is geen boek dat je achteraf zomaar terug op de stapel of in de boekenkast dropt. Er blijven stukjes van zijn verhaal aan jouw huid kleven. Het je niet thuis voelen, je onbegrepen voelen, … Welke stukjes je net aanspreken, zal waarschijnlijk wel bij iedereen anders zijn, afhankelijk van je eigen ervaringen, maar dat het diep resoneert, daar ben ik wel zeker van.
Barbara Artoos