De kleine egel Jelte woont met zijn moeder en zijn broertjes aan de rand van het bos, dicht bij een grote verkeersweg. Die is bijzonder gevaarlijk voor dieren. Zijn vader is een tijdje terug verdwenen in het verkeer. Moeder egel maakt zich zorgen over de enge weg en elke avond waarschuwt ze haar kleine egels om vooral niet over te steken. Dat beloven de egelkinderen. Maar als Jelte op een nacht wakker wordt wil hij op zoek gaan naar de wereld waar hij vaak van droomt. Het is een heel nieuwe wereld waar hij vrolijk door een weide rent. Voorzichtig kruipt hij uit zijn nestje, ook al weet hij dat het niet mag.
In de donkere nacht loopt hij op de gevaarlijke weg en als twee felle lichten naderen knijpt hij zijn ogen dicht. Plots is Jelte aan de overkant op een fijne mooie plek met bomen en heldergroen gras. Daar vindt hij zijn vader. Jelte vraagt of papa terug naar huis komt. Maar vader egel is duidelijk de dieren aan de overkant blijven daar voorgoed. Even later vindt mama egel Jelte langs de kant van de weg. Hij was even van de wereld maar mankeert gelukkig niets. Maar Jelte heeft zijn les geleerd. Hij mag de weg niet oversteken, ook niet midden in de nacht. Gelukkig weet hij nu dat papa ergens aan de overkant de wacht houdt!
De Overkant maakt jonge kinderen bewust van de kwetsbaarheid van dieren en mensen in het verkeer, maar het is vooral een ontroerend prentenboek over de dood van een papa. Mark Haayema zoekt een eerlijk antwoord op diepe vragen. Waarom gaan dieren dood en wat gebeurt er dan? Vaak weten volwassenen niet hoe ze over dit moeilijke onderwerp met kinderen kunnen praten. De Overkant opent de weg voor een gesprekje. Dat de personages dieren zijn schept een zekere afstand. Ook het positieve einde is belangrijk voor jonge kinderen. Jelte keert met mama naar huis terug. Hij is eventjes ‘ van de wereld geweest’ klinkt het maar belangrijker is de boodschap dat hij daardoor weet dat papa ‘ergens’ is, op e en plek “tussen de sterren die je aan de hemel ziet “. Dat weten geeft de kleine egel rust. Nu kan hij weer lekker slapen.
Rita Ghesquiere