Corneel draagt altijd een oranje cape op school. De andere kinderen vinden hem gek en stom. Billie, de allergemeenste jongen van de school, neemt hem elke dag zijn cape af. Maar Corneel verschijnt telkens weer met een nieuwe oranje cape op de speelplaats. Tot één van zijn klasgenootjes hem vraagt waarom hij altijd dezelfde oranje cape draagt. Vanaf die dag wordt het leven op school een stuk makkelijker voor Corneel.
Dit krachtige verhaal gaat over moed en over durven jezelf te zijn, ondanks de groepsdruk. Corneel weet dat iedereen hem gek vindt en dat Billie hem elke dag de cape terug zal afpakken. Toch verschijnt hij dapper en zelfbewust elke morgen opnieuw met een oranje cape op school. Hij heeft daar ook een goede reden voor: de empathie die hij voelt voor zijn zieke moeder. Haar lievelingskleur is oranje en met die cape steunt hij haar in haar ziekte. Wanneer een nieuwsgierige klasgenoot het hele verhaal hoort, mobiliseert hij de hele klas. De volgende dag dragen alle klasgenoten een cape, behalve Billie. Maar dan stelt Corneel een grootmoedig gebaar.
Het verhaal begint met een sobere bladspiegel: links de tekst, rechts een eenvoudige, sprekende tekening. Maar net die eenvoud is de kracht van dit verhaal. Ook de tekst blijft sober en kernachtig. De focus ligt meteen op de twee hoofdrolspelers. Na het gesprek met de nieuwsgierige jongen stapt aan elke bushalte een klasgenoot mét cape op. Vanaf dan verandert de bladspiegel, er komt een prent op elke bladzijde, dan meerdere prenten per bladzijde en de apotheose is een grote prent van de speelplaats over twee bladzijden. Naar het einde van het verhaal focust de auteur opnieuw op de twee hoofdrolspelers en wordt de bladspiegel terug sober.
Dit ontroerende (voorlees)boek nodigt uit tot een gesprek achteraf over een waaier van mogelijke onderwerpen: moedig zijn, pesten, jezelf blijven, steun geven aan elkaar.
Lut Vanderaspoilden