De nacht van Ronke

Onze recensie

Er zijn maar weinig auteurs die zich zó kunnen inleven in de gedachten en gevoelens van een kind dat je als lezer het gevoel krijgt op een unieke manier in het hoofd van dat kind te verdwijnen, en dat door de kracht van de taal. Guus Kuijer, Bart Moeyaert, Simon van der Geest … zijn auteurs die dat wonder tot stand kunnen brengen. Jef Aerts mag aan dat rijtje worden toegevoegd.

In zijn nieuwste boek gaat hij nog een extra uitdaging aan: hij leeft zich in de binnenwereld van een blind meisje in. Ronke wordt door haar ouders op sterrenkamp gestuurd. Sterrenkunde is een van haar passies. Maar eigenlijk is haar grootste liefde hardlopen. Het liefste zou ze dat in de open lucht doen, maar sinds ze op het strand een klein meisje omver liep en daarbij ernstig verwondde, trappelt ze letterlijk én figuurlijk ter plaatse. Op het kamp maakt ze kennis met Nouri, die haar uitdaagt om weer buiten te oefenen, met hem als buddy. Op haar beurt probeert Ronke Nouri ertoe te bewegen zijn terminaal zieke grootvader te gaan bezoeken in Kroatië. Dat weigert Nouri koppig, hij heeft zijn grootvader nog nooit gezien en dat mag voor hem zo blijven. Liever trekt hij zich terug in de spelwereld met zijn gamevriend Stardust. Als hij Ronke meesleept in zijn plan om onder te duiken, komt alles in een stroomversnelling.

Die stroomversnelling komt wel erg bruusk en wordt gevoed door zoveel toevalligheden dat de plot inboet aan geloofwaardigheid. En dat is jammer, want daardoor loop je als lezer het risico uit die intense leeservaring geduwd te worden wanneer je helemaal in het hoofd van een kind verdwijnt. Want dat is wat in het grootste deel van het boek gebeurt. Je leeft je helemaal in en leeft ook intens mee met Ronke, met haar drang naar zelfstandigheid, haar angsten, verlangens en twijfels. Jef Aerts laat daarbij voldoende ruimte voor de lezer om die gevoelens zelf aan te vullen en te duiden, bijvoorbeeld wat ze voelt voor Nouri of hoe ze de bezorgdheid en liefde van haar ouders ervaart. Die ouders worden trouwens als nevenpersonages knap getypeerd. Een prachtig beeld voor de band tussen vader en dochter is de sterrenhemel die ze samen maakten met smarties tegen de muren en het plafond van haar kamer, zodat ze altijd de sterren en planeten kan voelen.

Voelen, ruiken en horen zijn de manieren waarop Ronke de wereld benadert. Jef Aerts verwoordt die in een sterk zintuiglijke taal: ‘Ik hield mijn sportschoenen in de ene hand terwijl ik de andere over het korrelige pleisterwerk van de wanden liet glijden. […] Hoog in het plafond ruiste een ventilatiekoker. En als ik heel goed luisterde hoorde ik zelfs het getrippel van kraaienpootjes op het dak. Het rook er een tikje schimmelig en zoet tegelijk, als een overrijpe perzik.’ Soms is die taal ronduit poëtisch: ‘’s Nachts smaakt de lucht fris en soms zelfs een beetje zoet, net als een kiwi. En gouden kiwi’s vind ik de lekkerste. Mijn nacht is een gouden kiwi met ontelbaar veel pitjes als sterren erin.’

En dan heeft Ronke nog een extra zintuig, haar fantasie. Ze noemt die haar ‘zoveelste zintuig, net als je oren, je neus of de smaakpapillen in je mond’ en verder stelt ze: ‘Verzinnen is zoiets als aanraken, horen of zien, maar dan in je hoofd.’ Op het einde herhaalt Nouri die uitspraak in een krachtige typering van de vriendschap: ‘Als fantasie je zoveelste zintuig is, dan is vriendschap je zoveelste zintuig plus één.’ Zo is dit intieme portret tegelijk een mooie, poëtische ode aan de kracht van de verbeelding en de vriendschap.

Jan Van Coillie

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur