De lieve boze wolf

De lieve boze wolf

Onze recensie

Een koude winternacht. De kinderen van de wolf hebben grote honger. Tegen zijn zin gaat papa wolf op stap om eten te zoeken. Al snel vindt hij een konijn, maar het konijn smeekt om genade. Hij is op zoek naar eten voor zijn kinderen. De wolf laat zijn hart spreken. Ook het geitje dat hout sprokkelt voor zijn oude moeder en het rendier van de Kerstman laat de wolf gaan. Gelukkig ruikt hij aan de rand van het bos de lekkere geur van vers brood, koekjes en taart. Met een zak vol lekkernij keert hij naar huis terug. Onderweg deelt hij wat lekkers met het rendier, het geitje en het konijn. De wolvenkinderen zijn dolblij.

Als ze hun buikje volgegeten hebben vragen ze ‘En, papa, heb je de bakker opgegeten?’ ‘Tuurlijk!’ antwoordt de trotse vader. ‘Ik ben de grote BOZE wolf, is het niet?’ Dit prentenboek doorprikt de stereotiepe voorstelling. De grote boze wolf is helemaal niet zo boos als de anderen denken. Integendeel.

Telkens als hij naar het verhaal van zijn slachtoffers luistert, leeft hij zich in en toont hij medelijden. Zelf wil hij toch ook eten voor zijn kinderen en net als het geitje houdt hij veel van zijn oude moeder. Ook de bakker krijgt de tijd om te ontsnappen en bovendien laat de wolf munten achter want hij wil geen dief zijn. Alleen aan het einde betrappen we hem op een leugen. Voor zijn kinderen wil hij graag de stoere sterke papa wolf blijven. Misschien is dit wel het moeilijkste: toegeven dat je helemaal geen stoere bink bent.

– Door Rita Ghesquiere –

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur