De kleine houten robot en de boomstam prinses

Onze recensie

De kleine houten robot en de boomstam prinses. Ik hou van dit soort titels: een beetje gek en mysterieus tegelijk. Extra fijn natuurlijk als het boek de belofte van de titel waar maakt.

Het verhaal heeft de kenmerken van een sprookje. Net als in Raponsje, De kikkerprins of Sneeuwwitje begint het verhaal met een kinderwens van een kinderloos koningspaar. De koning gaat naar een uitvinder die een ‘prachtige, ingewikkelde, kleine houten robot’ voor hem maakt. De koningin trekt naar een heks en die gebruikt ‘haar machtigste magie’ om een ‘volmaakte, kleine boomstam prinses’ tot leven te wekken. Zoals in sprookjes worden de hoofdpersonages meteen getypeerd. De prinses is ‘moedig en slim’ en haar broer ‘dapper en vriendelijk’. De prinses heeft ook een geheim dat haar bijna noodlottig wordt. Elke nacht verandert ze in een houtblok, tot haar broer haar wekt met een toverspreuk. Als op een ochtend de kleine robot naar een circus gaat kijken, gooit de dienstmeid de houtblok uit het raam, waarop die de wijde wereld in rolt. Meteen holt de kleine robot haar achterna, het begin van een avontuurlijke tocht die de basis vormt van zoveel sprookjes. Het mooie van dit sprookjes is dat zowel de broer als de zus voor mekaar zorg dragen wanneer ze niet meer voor zichzelf kunnen zorgen.

Het verhaal heeft niet alleen een fijne boodschap, het is ook knap opgebouwd. Een origineel detail in de typering van de robot is dat hij zo vriendelijk is dat hij een kevergezin in zijn mechaniek laat wonen, ‘ook al kietelde dat soms’. Op het dramatische hoogtepunt van het verhaal blijkt dat kevergezin de redder in nood.

De illustraties dragen wezenlijk bij aan de charme van dit boek. De vormgeving sluit aan bij de graphic novel, met veel prenten in stroken of vignetten met korte teksten, vaak in kadertjes. De naïeve tekenstijl doet denken aan grootmeester Tomi Ungerer. Een originele vondst vormt de manier waarop de ‘avonturen’ tijdens de terugtocht van de kleine robot en de houtblok prinses worden verbeeld. Je ziet telkens zes prentjes met titels eronder: ‘De sleutel van de reus’, ‘De oude vrouw en de fles’, ‘Het drakenei’ of ‘De baby in de rozenstruik’. De ‘spanning’ tussen titel en prent prikkelt de fantasie en kan kleine en grote lezers ertoe aanzetten om zelf (samen) fantastische verhalen te verzinnen.

Wonderlijk toch hoe in een sprookje als dit de relatie tussen een robot en een boomstam zo hartverwarmend kan zijn.

Jan Van Coillie

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur