De jongen en de walvis vertelt het verhaal van Sam, een jongen die graag alleen is. Hij valt in slaap in zijn bootje en dobbert ver weg naar de eindeloze zee waar hij schipbreuk lijdt. Hij wordt gered door een walvis. Ze spelen, gaan op ontdekking en worden vrienden. Tot het tijd is om naar huis te gaan en zijn vriend vaarwel te zwaaien. Maar nadat je aan iemand gehecht raakte, is er ook het gemis en de leegte. Mijmerend tekent Sam met een stokje een walvis in het zand. Dat helpt echter niet om zijn vriend terug te halen. Wel krijgt hij daardoor een geweldig idee…
Met zachte brede penseelstreken en weinig woorden vertelt Linde Faas dit rijke en ontroerende verhaal van Sam en zijn vriend, de walvis. Lindes onmiskenbaar poëtische tekenstijl ademt rust, ruimte, eindeloosheid, stilte. Je voelt de weidsheid van de zee. De stilte is haast hoorbaar. Zo prachtig als de zee die blijft verwonderen, zo opent zich bij elke pagina die je omslaat een weidse fantasiewereld van blauwe, paarse en witte tinten. Het grote formaat van het boek past uitstekend bij de vele panoramische zeegezichten die het ons schenkt. Drie haast repetitieve prenten naast elkaar in het midden van het boek, het kantelmoment in het verhaal, suggereren het gemis dat Sam voelt. Dan volgt een niet minder suggestief vergezicht, leeg en kil, grijs en wit. Dat het een walvis is die plots opduikt als de boei in Sams leven, kan geen toeval zijn.
Linde Faas haalde voor dit boek haar inspiratie uit het werk van haar man, die als marien bioloog onderzoek doet naar potvissen en andere walvissen in Noorwegen. Bovendien wil ze, door het contrast van de kleine Sam en de reuzegrote walvis, misschien wel aantonen dat je best ook vriendschap kan sluiten met iemand die heel anders is dan jij.
Ingrid Vandekerckhove