Vikings zijn al enige tijd razend populair op televisie. Maar ook in jeugdboeken spreken hun rooftochten en onverschrokkenheid tot de verbeelding. Het bijzondere aan De hemel in het ijs is dat niet zo’n veroveringstocht centraal staat, maar wel de gewetenstrijd van een iemand, de zeventienjarige Vikingdochter Eelyn. Ze beleeft haar ergste nachtmerrie: ze wordt gevangengenomen door de Riki, sinds generaties de aartsvijanden van haar eigen stam, de Aska.

In het dorp waar ze als slaaf naartoe gebracht wordt, wacht haar een nog grotere confrontatie met zichzelf. Haar broer Iri, die ze dood waande, blijkt zich aangesloten te hebben bij de Riki, voor haar de grootst mogelijke vorm van verraad. Ze probeert haar broer uit haar leven te bannen, maar beetje bij beetje ontdekt ze wat hem bezielt, waarbij haar vooroordelen geleidelijk aan afbrokkelen. Het blijkt dat Riki en Aska veel meer gemeen hebben dan ze ooit voor mogelijk hield. Als het voortbestaan van de beide clans bedreigd wordt door de extreem gewelddadige Herja, moeten ze wel naar elkaar toe groeien.

De evolutie die Eelyn doormaakt, wordt ook gekleurd door de liefde. Haar relatie met Fiske, een Riki, verdiende een krachtiger uitwerking. De toenadering en de gesprekken tussen beiden zijn te voorspelbaar, op het melige af. Dat haar geliefde haar redt in het ultieme gevecht met de Herja, is te duidelijk een toegeving aan de lezers.

Dit is echter maar een kleine kanttekening bij een krachtig verhaal dat niet alleen een gedetailleerd beeld geeft van het dagelijkse leven van de Vikings maar ook en vooral een boeiende inkijk in de turbulente gevoelswereld van een jonge vrouw die geconfronteerd wordt met zichzelf, haar vooroordelen en haar grenzen.

Jan Van Coillie