Barcelona, einde 1387. Hugo Lorr is twaalf en werkt op de scheepswerf, nadat zijn vader omkwam op zee. Zijn zus Arsenda verhuisde naar een klooster en zijn moeder is inwonende hulp bij een handschoenmaker. Na de dood van zijn beschermheer Arnau Estanyol is leven nog maar overleven. Hugo raakt slaags met een bende straatjongens en vindt ten slotte onderdak bij een joodse familie.
Daar helpt hij in de wijngaard en leert de knepen van het vak van zijn leermeester Mahir. Hij wordt verliefd op de joodse Dolça, helaas een onmogelijke liefde. Een pogrom maakt een einde aan die relatief gelukkige periode. Twee belangrijke ontmoetingen bepalen zijn verdere leven. Hij helpt Bernat Estanyol, de zoon van zijn vroegere beschermheer en hij redt Regina, een jonge joodse vrouw.
Als hij door een samenloop van omstandigheden de wijngaard van de joden verder mag uitbouwen, klimt hij gestaag op de sociale ladder. Wanneer Regina – intussen een gewaardeerde vrouwelijke arts – hem een ongewenst kind als adoptiedochter aanbiedt – vormt Hugo samen met Mercè en de vrijgelaten slavin Barcha zijn eigen vreemd gezin.
Het lot blijft hem echter niet gunstig gezind. Regina dwarsboomt zijn huwelijk met de rijke Eulalia, waardoor hij zijn wijngaard verliest. Er rest hem niets anders dan met haar een ongelukkig verstandshuwelijk te sluiten en in dienst te gaan bij de gehate familie Puig, aartsvijanden van de Estanyols. Nadat Bernat, van piraat opgeklommen tot admiraal van de koning, dat ontdekt, komt er voorgoed een einde aan hun vriendschap. Terwijl zijn vrouw en zijn dochter hun eigen weg gaan, bouwt Hugo een nieuw leven op met de slavin Caterina. Zijn kennis van diverse soorten wijn en brandewijn brengen financieel soelaas, maar de prijs die hij moet betalen is hoog: hij vervreemdt van Regina en Mercè en kan niet verhinderen dat Barcha in de gevangenis wegkwijnt. Voor- en tegenspoed wisselen elkaar af, maar als het noodlot ook Mercè en zijn kleinzoon treft, zet Hugo Lorr alles op alles om zijn geliefden te redden.
Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de late middeleeuwen. Zoals overal in Europa groeit de spanning tussen de bevoorrechte adel en de opkomende burgerij. Het rijke Catalonië is bovendien de speelbal in een machtsspel tussen verschillende koningshuizen. Door het schisma wordt de kerk een belangrijke pion op het politieke schaakbord. Vorsten en prelaten mengen zich in het conflict tussen de Paus van Avignon en die van Rome.
De katholieke kerk treedt in het middeleeuwse Catalonië hard op tegen joden en moslims. Zowat de hele joodse gemeenschap wordt uitgemoord en de overlevenden worden gedwongen om zich te bekeren. Ook de moslims hebben het zwaar te verduren. Daarvan getuigt het lot van Barcha.
De erfgenamen vormt een vervolg op het succesrijke De kathedraal van de zee, maar kan volledig los daarvan gelezen worden. De historische roman neemt je mee naar een ver verleden dat op een of andere manier toch herkenbaar blijft. Een bruisende multiculturele stad, machtsstrijd en politieke intriges, vreemdelingenhaat, ondernemingszin, liefde voor wijn en wijncultuur, het verlangen naar vrijheid…De spanning wordt verhoogd door een subtiel spel van weten en niet weten.
De lezer weet vaak meer dan de personages, maar de spelers verbergen ook hun identiteit voor elkaar om zichzelf te beschermen. Niet ongewoon wanneer ontvoering, foltering of uitzichtloze gevangenisstraf dreigen. Hugo Lorr is een levendig personage met typisch picareske trekjes. Hij kent als kind honger en moet zichzelf verkopen om te overleven. Maar meer dan eens klimt de underdog op om even later weer zijn fortuin te verliezen meestal door zijn eigen naïviteit. We volgen hem door de straten van de stad tot in de kathedraal van de zee, maar ook in de achterbuurten, tussen de slaven en in de gevangenis.
Hugo geeft echter de moed nooit op en gaat zijn tegenstanders niet uit de weg. ‘Niet buigen’ leerde Arnau hem ooit en die les houdt hij steeds in gedachten. Maar er is één duidelijke grens: niet doden. Toch is het geweld nooit ver weg; vooral geweld van de machtigen tegen weerloze kleine lieden en vreemdelingen. In de bonte wereld van nevenpersonages vinden we sterke vrouwen zoals Dolça en Barcha die trouw blijven aan hun geloof, Mercè die overleeft in barre omstandigheden, en zelfs Arsenda die na vele jaren van zelfbedrog de moed heeft om de waarheid onder ogen te zien.
Maar ook nevenpersonages zoals Gueraro de vertrouweling van Bernat verrassen onverwachts de lezer. Anderen zijn gewoon kleurrijk en blijven in het geheugen hangen zoals de gevangen Genuees wiens zware kogel de kleine Hugo op de scheepswerf moet dragen. De erfgenamen is een majestueuze historische roman die een inkijk geeft in de complexe middeleeuwse samenleving. Vrouwe Fortuna ontneemt Hugo Lorr veel toekomstdromen, maar het verlangen naar vrijheid en de droom om ooit weer een wijngaard te bezitten zijn sterker. Die droom en de stille glimlach van de Madonna van de zee geven hem vleugels.
Rita Ghesquiere