Hoe ervaar je een vierde boek in een serie zonder dat je de vorige las? Die gedachte spookte in mijn hoofd toen ik aan De kaart der dagen begon. Ervaren lezers zullen Emma, Enoch, Olive, Hugh, Bronwyn en de anderen dus al kennen bij het begin van het boek. Ze komen letterlijk op de eerste bladzijden bij Jacob binnengevallen. Voor Jacob, die ervan overtuigd was dat hij ze nooit meer zou zien nadat hij terug naar het heden was gekeerd, is dat een hele schok. Normaal gezien kunnen ‘bijzondere kinderen’ niet naar het heden reizen: ‘Bij bijzonderen had je vaak het gevoel dat alles mogelijk was, maar een van de weinige dingen die zonder twijfel uitgesloten waren, was dat ze naar het heden kwamen. ‘Maar nu zijn ze er plots, en wel net op tijd want Jacobs ouders staan op het punt om hem naar een instelling te brengen. Er zit niets anders op dan zijn ouders op de hoogte te brengen dat hij ‘bijzonder’ is. Hij hoopt dat zijn vader, die ook een ‘bijzondere’ vader had, hier wel begrip voor zal tonen. Maar niets is minder waar… Jacobs grootvader is vorig jaar overleden en kan hem dus ook niet meer helpen om hen te overtuigen. Mevrouw Peregrine besluit dat Jacob een belangrijke taak wacht: de bijzondere kinderen onder haar hoede klaarmaken en voorbereiden op het ‘moderne leven’. Dus leert Jacob ze pizza kennen, gaat hij met ze kleren kopen en toont hij ze de omgeving waar hij woont. Zijn vriendin Emma, die ook het vriendinnetje van zijn opa was (dat kan – als je nooit ouder wordt) is natuurlijk zeer geïnteresseerd om te zien waar zijn opa leefde, en daardoor beseft Jacob, met behulp van zijn vrienden, dat ook zijn opa niet was wat hij leek… Ze ontdekken een hele map vol geredde ‘bijzondere kinderen’, missies die Abe vroeger heeft uitgevoerd. Deze verslagen leiden hen ook naar H, de vroegere compagnon van zijn opa. Die stuurt hen op een nieuwe missie om een ‘bijzondere’ te gaan redden. Meteen het startschot van een spannende roadtrip die hen op de meest onmogelijke plaatsen brengt, hun vriendschap op de proef stelt, hun waarden in twijfel trekt (mag je nu wel of niet liegen tegen Mevrouw Peregrine?) en hen een doel geeft. Want Jacob heeft niet als enige het gevoel dat na hun grote avontuur nu het zwarte gat wacht en is op zoek is naar een nuttig invulling van zijn leven. Het verhaal is zo opgebouwd dat je probleemloos kunt volgen zonder achtergrond in het ‘bijzondere’ universum. Dat de bijzonderen zich in de ‘nomale’ wereld wagen, geeft een interessant contrast tussen de ‘gewone’ en de ‘bijzondere’ wereld. Als beginner kan je zo meteen wat aannames oppikken uit het verhaal: Ik had net een onwerkelijke zomer beleefd. Ik was terug in de tijd gereisd, had onzichtbare monsters getemd, was verliefd geworden op het ex-vriendinnetje van mijn grootvader, en zij was een meisje dat nooit ouder werd’. Tijdreizen kan dus, in dit universum, de bijzonderen worden niet ouder, maar ze kunnen wel verliefd worden en ze hebben allemaal een bijzondere gave. Het verhaal leest vlot. Echt! 500 pagina’s in combinatie met een paar zonnige dagen was goed te doen. Bovendien bevat het boek een massa foto’s die het verhaal doorspekken. Persoonlijk brengen ze me niet zoveel bij en soms beperken ze zelfs je fantasie net door het ‘bijzondere’ of bizarre in beeld te brengen. In een boek als dit vind ik net dat je je verbeelding gewoon alle kanten uit moet laten gaan. Daar leent een onderwerp als dit zich namelijk perfect toe. Alleen al dank zij de woorden kon ik me van alle hoofdpersonages een beeld in mijn hoofd vormen en dat wou ik zo houden. Het zijn geweldige personages trouwens. Ik heb heel erg genoten van de interacties binnen de vriendenkring, de verschillende karakters en opvattingen en hoe ze als het nodig is er voor elkaar zijn, en hoe ze samen de dingen voor elkaar krijgen.
Barbara Artoos