De berenbroers

Onze recensie

Ken je ‘Goudlokje en de drie beren’? De berenbroers zet dit sprookje als het ware op zijn kop. Hier wordt het meisje niet door de beren uit hun huis gejaagd, maar verwelkomt zíj drie berenbroers in haar huis.

De beren komen van ver, ze hebben een lange en gevaarlijke reis achter de rug, nadat ze uit hun huizen werden weggejaagd. Een meisje dat alleen in het bos woont biedt hun onderdak en al snel blijkt dat de drie reizigers gezelligheid en vrolijkheid in huis brengen, ook al maken ze het soms te bont en snurken ze voor vier. Als ze een picknick organiseren voor alle bewoners van het bos, blijkt er niemand op te dagen, behalve een bevriende vleermuis. Als het meisje bij de buren langs gaat, geven die niet thuis ofwel bestoken ze haar met clichés: ‘Dat zij hier niks te zoeken hebben. Dat als het zo doorgaat, het bos hun speeltuin wordt. En voor je het weet pikken alle beren van de wereld ons prachtige bos in.’ De valse tegenstelling tussen zij en wij wordt hier fijntjes op de spits gedreven.

Het gaat van kwaad tot erger. Op een dag klopt een agent aan de deur die om hun vergunning vraagt en die nacht wordt het huis van het meisje in brand gestoken. De broers voelen zich schuldig en willen meteen vertrekken. Het meisje gaat met hen mee en uiteindelijk komen ze terecht op een plek waar ze welkom zijn.

De vluchtelingenproblematiek is actueler dan ooit in de kinderliteratuur. In dit prentenboek wordt die op een originele en voor jonge kinderen inleefbare manier aangebracht. Iemand onderdak bieden is een opgave maar kan ook een frisse wind laten waaien en zorgen voor gezelligheid en vrolijkheid die in dit verhaal mooi samengaat met een humoristische, soms absurde verteltoon. De drie beren stellen zich bijvoorbeeld voor als de ‘vier’ berenbroers: ‘Hoezo vier? Jullie zijn toch met z’n drieën? Vraag ik./ ‘Ja’, antwoordt de eerste en hij gaat aan tafel zitten./ ‘Nee,’ mompelt de tweede met zijn mond vol taart./ ‘Misschien omdat we eten voor vier,’ zegt de derde, die zijn bord al leeg heeft.’ Vanaf dan noemt het meisje hen ‘Ja, Nee en Misschien’.

Anne-Lise Boutin geeft de drie beren elk een eigen look met veel gevoel voor humor: twee dragen grappige kleren, de derde blijft op vier poten lopen in zijn blote pels. Imposant maar vriendelijk torenen ze boven het kleine meisje uit. De vriendelijke sfeer wordt versterkt door het zachte kleurgebruik en de planten die zich vrolijk over de pagina’s kronkelen. Dat valt het sterkste op in de  slotprenten waar de beren en het meisje een hartelijk welkom krijgen in een bont gekleurd bloemendorpje. Je krijgt er zowaar een warm gevoel van, wat helemaal past bij de boodschap die het boek wil meegeven.

Jan Van Coillie

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur