Dantes’ goddelijke komedie. De hel

Onze recensie

‘Ik was halverwege de reis van ons leven/ toen ik verdwaald bleek in een donker woud/ en van het rechte pad was afgeweken.’ Dit is zonder twijfel een van de beroemdste beginzinnen uit de westerse literatuur. De goddelijke komedie inspireerde niet alleen schrijvers als Dan Brown maar ook kunstenaars als Rodin, Rachmaninov, Salvador Dali en David Bowie. In haar interessante voorwoord maakt Lies Lavrijsen meteen duidelijk hoe belangrijk Dantes meesterwerk is voor onze cultuur. Op heldere wijze introduceert ze de lezer in Dantes leven, tijd en wereldbeeld. Haar nawoord is al even verhelderend. Ze gaat er dieper in op de uitdagingen van het werk voor de vertaler en hoe ze die aanpakte. Het getuigt voor haar dat ze haar belangrijkste hulpbronnen noemt (eerdere vertalingen in het Nederlands en Engels, collega-vertalers met wie ze overlegde en de onlineapplicatie ‘Dante Lab Reader’). Terecht wijst ze op het ‘dilemma van de vorm’, de keuze voor proza of poëzie. Poëzie wordt door velen als onvertaalbaar beschouwd, precies omdat je in vertaling nooit dezelfde eenheid van inhoud en vorm kunt bereiken. Aanvankelijk maakte Lavrijsen een prozavertaling vanuit de bedoeling de klassieker toegankelijk te maken voor een breed publiek, maar uiteindelijk koos ze toch voor een poëtische vertaling, maar dan wel een geactualiseerde door gebruik te maken van technieken uit poetry slam en rap, zoals nadrukkelijke alliteraties, klankherhalingen, allerlei rijmvormen en stijlfiguren die spelen met klank en betekenis.

Het eerste wat opvalt in haar ‘her-vertelling’ (onder de titel staat ‘verteld door’ en niet ‘vertaald door’) is dat alle regels ongeveer even lang zijn, zonder veel opvallende enjambementen. Dat zorgt meteen voor een bepaald ritme. Zodra je begint te lezen, word je meegesleept door alliteraties en klinkerrijmen zoals in volgende regels: ‘Het wilde dier wilde van geen wijken weten’ of ‘meester, het zou me verheugen/ die smiecht in deze smurrie weg te zien zinken/ voordat we dit moddermeer achter ons laten.’ De volgende strofe laat goed het zangerige ritme aanvoelen:

‘waarin je wanhopig geweeklaag zult horen,

en stokoude, rouwende geesten aanschouwt,

die luidkeels hun eeuwige lijden vervloeken.’

In onderstaand citaat slaagt ze erin om zelfs de gruwelijke details die het werk kleuren in klanken en beelden te vatten. Het fragment gaat over de tweedrachtzaaier uit zang 28 die zich letterlijk in twee stukken scheurt:

Die van kin tot kontgat was opengereten

zijn ingewanden bungelden tussen zijn benen;

zijn hart lag geheel bloot, en ook de treurige beurs

die al wat door de mond komt, vermaalt tot stront.

De gruwel van de hel krijg je ook te zien in de vier zwart-wit illustraties van Sophie Pluim. De prent van de uitgeteerde, naakte mannen en vrouwen, gewurgd en opgepeuzeld door reuzenslangen, bezorgt de kijker koude rillingen.

De citaten maken duidelijk hoe Lavrijsen probeert om actualisering te verzoenen met een gedragen stijl die aansluit bij het origineel, wat mij betreft een goede keuze. Die gedragen, vaak beeld- of bloemrijke stijl laat ze knap contrasteren met een heel directe toon in de voetnoten, vol eigentijdse termen: ‘Symboliek-alert! Zoals je misschien al vermoedde …’, ‘Jup, lekker verwarrend’, Minos wordt ‘plusvader’ en Lucannus schreef ‘zombieverhalen avant la Netflix.’

Van de slappelingen bij de Hellepoort tot de verraders van rechtvaardige leiders volg je Dante en zijn gids Vergilius door de negen kringen van de hel. Als lezer vlieg je over de regels zoals de kraanvogels uit volgend fragment: ‘En zoals kraanvogels in een lange sliert/ al klapwiekend hun kille klaagzangen krijsen, zo zag ik de zielen jammerend aan komen zeilen.’ Lavrijsens klank- en beeldrijke her-taling geeft de tekst vleugels, waarop je ook als hedendaagse lezer nog kunt klapwieken door Dantes hel, en dat is zonder meer een krachttoer.

Jan Van Coillie

 

 

Lees ook de andere wereldklassiekers uit de reeks

Romeo en Juliet, verteld door Tiny Fisscher

Frankenstein, verteld door Maria Postema

Het vreemde verhaal van d.r Jekyll en de heer Hyde, verteld door Bies van Ede

Dickens’ Kerstverhaal, verteld door Merel Leene

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur