Nina is zes. Ze is niet groot of sterk. Maar ze heeft wel haar mondje mee! Ze is vaak brutaal of boos. Zeker als ze niet krijgt wat ze wil. Goede manieren heeft ze niet… Maar van al dat kwaad zijn, wordt Nina moe. Ze geeuwt. Plots hoort ze haar naam. Wie is daar? Het is meneer Dankjewelalsjeblieft! Hij is de directeur van het Circus van Goede Manieren. Zou hij Nina wat beleefde kunstjes kunnen leren?
Nina leert in het Circus van Goede Manieren dat je voor leuke dingen ook leuk gedrag moet vertonen. Als je lelijke woorden gebruikt of ongeduldig en onbeleefd bent, verdwijnen de leuke dingen in het niets. Net zoals haar suikerspin, als ze vergeet dankjewel te zeggen. ‘Zomaar wat willen krijgen zonder te bedanken, dat kan echt niet,’ legt de circusdirecteur uit. Je moet altijd “dank je wel” zeggen, Nina.’
Nina leert ook om anderen te helpen en keurig naar dingen te vragen die ze graag wil. Voor ze het goed en wel beseft, kent ze allerlei beleefdheidstrucjes. Dankzij haar avontuurlijke droomreis naar het circus is Nina ook heel wat beleefder, liever en attenter tegen haar mama en haar hond Hugo. Ze leert hem zelf allerlei trucjes die net zo handig en fijn zijn als “dank je wel” en “alsjeblieft” zeggen. Nina dwaalt af naar een wonderlijke circuswereld en ook de jonge lezer wordt meegenomen in de speelse, warme prenten waarop balancerende acrobaten en knotsgekke clowns Nina een beetje levenswijsheid en gevoel bijbrengen.
De boodschap die het verhaal zelf wil meedelen, ligt er dubbeldik (misschien zelfs een beetje te expliciet) op. Maar het magische verhaal en de herkenbare situaties en tekeningen verpakken die op verrassende wijze en zorgen ervoor dat peuters en kleuters net als Nina de algemene beginregeltjes van beleefdheid en dankbaarheid oppikken.
De lelijke woorden die Nina zelf gebruikt, waaronder ‘shit’ en ‘stomme kip’, kunnen enigszins als slechte invloed beschouwd worden, maar zullen onder begeleiding van een volwassen voorlezer eerder als erg humoristisch en ‘stout’ worden ervaren door de jonge lezers, waardoor een proces van omgekeerde psychologie op gang komt. Ze zullen door het verhaal van Nina heel goed weten wat wel en niet kan… en wat Nina bij aanvang van het verhaal doet, kan ook voor hen niet door de beugel.
Ze zullen het pleidooi voor respect en goede manieren zeker waarderen en de avonturen van Nina met veel plezier gadeslaan, zonder de overduidelijke boodschap te missen! Zo kunnen de jonge lezers even reflecteren over de trucjes van Nina en hun eigen gedrag.
De beeldige prenten over de circusavonturen in de droomwereld van Nina zijn de sterkte van dit boek en maken het erg geschikt als voorlees- en meekijkboek.
Door Annelies Marin –