Anna groeit op in een traditioneel reformatorisch gezin. De godsdiensregels zijn streng. Er is veel dat niet mag: tv-kijken, ijs eten, een broek dragen. De echtscheiding maakt het leven voor de veertienjarige Anna nog moeilijker. De kleine behuizing, de psychische problemen van haar broer Leo, het moeizame contact met vader…
Als de buurvrouw Anna uitnodigt om mee te gaan naar de pinksterkerk, voelt ze zich bevrijd. Het lijkt wel of ze uitverkoren is. De warme vriendschap doet haar goed. De opgroeiende Anna blijft zoeken naar haar eigen identiteit. Hoe wil zij in het leven staan? Welke plek wil ze aan God geven? Durft ze zelf de sprong wagen om zoals haar oudste broer Han thuis weg te gaan? In een dagboek schrijft ze haar gedachten neer, praat ze met God, droomt ze over de toekomst.
Het relaas van de alledaagse huiselijke dingen, eten, huistaken, toetsen, strijken wordt onderbroken door korte poëtische teksten. duizend sterren aan de hemel maar niet een geeft wat ik voelen wil geeft wat ik ben er is er geen Het boek bestaat uit drie delen. ‘Bewaar nooit’, ‘Sterf niet op een dinsdag’ en ‘Wie springt’. Elk deel wordt kort ingeleid door de oudere Anna die terugblikt op de dagboeken uit haar jeugd.
Boven de straat hangt een witte wolk. Dagboek van Anna Meesink is een verhaal over volwassen worden en zich losmaken van de thuissituatie. Het is een proces dat niet zonder pijn verloopt, vooral ook om dat Anna zich ook verbonden voelt met haar moeder en met haar zusje Ruth. Maar de sfeer thuis beklemt haar steeds meer en de buitenwereld wenkt. Door de uitgesproken religieuze problematiek is dit een typisch ‘Hollands’ boek.
De streng Bijbelse opvoeding, de controle door geloofsgenoten, de rivaliteit tussen de verschillende gemeenten bestaat nauwelijks in Vlaanderen. Ook de moeizame persoonlijke strijd om los te komen uit dit kerkse milieu zoals we wel meer vinden bij ‘kerkverlaters’ is typisch voor Nederland. De zoektocht naar een eigen identiteit is wel herkenbaar en de persoonlijke relatie van Anna met God wordt bijzonder poëtisch verwoord.
Rita Ghesquiere