Dat het een liefdeshistorie betreft, wordt op de eerste bladzijde meteen duidelijk, al kon je dat ook uit de coverillustratie opmaken. Maar op pagina 12 krijg je een verwittiging die je beter niet in de wind slaat: ‘Nee, Marion, er is geen jongen. Niet nu. Niet meer.’ (12) Een bladzijde verder zegt Marion tegen haar dochter: ‘Herinner je wat je kunt, Elisha.’ (13). De weemoed en het verdriet die over die paar zinnen hangt, is moeilijk te negeren. Blijf zachtjes bij me is het verhaal van de liefde tussen Elisha (Ellie) en Jeremiah (Miah). Ze lopen elkaar op de eerste schooldag letterlijk tegen het lijf, en het is alsof de bliksem inslaat. Op het moment van die ontmoeting is het hun eerste dag op een nieuwe school, Percy. Ze zijn daar allebei door hun vaders naartoe gestuurd in de hoop hun toekomstkansen te verbeteren.
Ondanks die knaller van een ontmoeting duurt het nog tot oktober voor Miah bij Ellie in de les opduikt en hij haar naam ontdekt. Vanaf dan zijn ze, zoals dat altijd gaat in dit soort verhalen, onafscheidelijk. In amper 200 bladzijden weet de schrijver zoveel emoties te vatten en tegelijk een voedingsbodem te schetsen waardoor je onmiddellijk begrijpt dat Ellie en Miah zoekende zijn en dat ze wat ze zoeken bij elkaar vinden. Het kon me meteen niet meer schelen of ze maar 15 zijn en dus te jong volgens Ellies moeder, ik begreep het volkomen. Ik voelde het gewoon, hoe ze mekaar begrepen, en iets bij mekaar vonden waar niemand anders oog voor had.
Het boek draait om contrasten. Miah is zwart en Ellie is wit, maar dat is enkel het uiterlijke verschil. Hun hele levens contrasteren fel. Miah is enig kind, Ellie heeft nog heel wat broers en zussen (wel een stuk ouder). Ellies ouders zijn nog bij elkaar, terwijl Miahs vader is verhuisd daar een huis verderop in de straat bij hun vroegere buurvrouw, zijn nieuwe vriendin. Ellie woont in de rijke buurt, in een appartementsgebouw met portier, terwijl Miah in een achterbuurt woont. Ellie is Joods, over waar Miah in gelooft, krijgen we niet echt informatie. Ondanks die zo verschillende achtergronden vinden ze mekaar vanuit een diepgeworteld gevoel van eenzaamheid. Miah omschrijft het heel pakkend: ‘Ja, soms wilde hij dat hij een broertje of een zusje had gehad, maar het was meer dan dat. Hij wilde ook meer dan dat, iemand om een diepere band mee te hebben. Iemand die hem zou kennen, alles aan hem.’ (111) ‘Hoe eenzaam hij zich meestal voelde, ook al was hij omringd door zijn vrienden.’ (112) Bij Ellie klinkt het: ‘Op een dag zal er wél iemand voor me zijn en dan zal ik diegene niet als vanzelfsprekend beschouwen.’ (40)
Ze verdienen het zo, die gevoelens die ze in elkaar oproepen. Ze zijn zo mooi, zo puur. Ze zijn allebei beschadigd, maar maken elkaar heel en vullen de puzzel aan. Miah ziet Ellie ’Alsof hij zo door me heen kon kijken.’ (117) Als ze samen zijn, voelt het ‘warm en zacht en goed’ (124) en bij hun eerste kus ‘werd alles stil en rustig en perfect’. (126) Mooier wordt het leven toch niet? Ze zijn mekaars veilige haven. De lijm die alle gebroken stukjes van elk van hen bij elkaar brengt. Iemand waardoor het draaglijk wordt.
Maar mooie liedjes blijven niet duren en het noodlot slaat toe. Ik kan me voorstellen dat veel lezers het er niet gemakkelijk mee zullen hebben dat veel antwoorden uitblijven. Ik ga ervan uit dat dit bewust is, omdat het leven natuurlijk ook niet alle antwoorden geeft. Waarom moet Ellie, die al zo had gebukt gaat onder verlatingsangst, toch weer iemand verliezen? Wat is er eigenlijk gebeurd? Waarom? Hoe oneerlijk is dit alles? Ellie schreeuwt het uit vanbinnen: Alsjeblieft, wereld, hou hiermee op. Ik ben nog maar vijftien. (191) Het is moeilijk om daar onbewogen bij te blijven. Mij raakte het, en diep.
Het is niet eenvoudig om een zo complex gegeven in amper 200 bladzijden uit te diepen. Jacqueline Woodson slaagt daar met verve in. Als een verhaal alle juiste snaren zo zorgvuldig, heel voorzichtig maar tegelijk ook met de volle kracht van een uppercut beroert, dan verdient het alle lof, alle prijzen (de auteur werd al bekroond met een Hans Christian Andersen Award en een Astrid Lindgren Memorial Award) en alle mooie recensies die er bestaan. Ik sluit me graag in het rijtje aan.
Barbara Artoos