Iedereen kent het: je hebt jeuk op dat ene plekje waar je net niet bij kan. Dat overkomt Beer als hij wakker wordt na een lange winterslaap. Gelukkig kent hij een geschikte boom om zich aan te krabben. Alleen … het blijkt BERENdruk bij die boom en als hij eindelijk aan de beurt is, valt de boom om. Bever had hem omgeknaagd voor zijn dam. Maar geen nood, Bever kent nog veel goede bomen, al blijkt geen enkele echt geschikt, de ene is niet aardig genoeg, de andere zoemt te veel en nog een ander wiebelt vervaarlijk. Als Bever troostend zijn pootje op Beer z’n rug legt, ontstaat er iets moois dat zorgt voor een heerlijk kriebelend slot.
Hoe mooi is het als een boek je vrolijke kriebels geeft. Nog mooier wordt het als je die kriebels kunt overbrengen op je kind door het boek voor te lezen. De klankrijke zinnen, de herhalingen, het veelvuldig gebruik van het beletselteken (drie puntjes) om spanning op te voeren, de klanknabootsingen en de expressieve dialogen maken van dit boek een voorleesfestijn. Neem daarbij de sfeervolle illustraties in zachte aquarel met voldoende afwisseling in de bladspiegel en je krijgt een beregoed prentenboek.
Jan Van Coillie