Niet alleen de zwaluwen maken zich klaar voor de grote trek naar het zuiden … ook Matt, de oudere broer van Olly, beslist om andere oorden op te zoeken. Hij studeert voor veearts, maar als hij op televisie een reportage over een Afrikaans weeshuis ziet, besluit hij daar zijn passie voor de lach als clown te gebruiken om de mensen te helpen. Olly neemt zijn taak over en zorgt ervoor dat de zwaluwen die een nest gemaakt hebben in hun tuin, veilig zijn. Wanneer de kleine zwaluw Held erop uittrekt voor zijn eerste grote reis en Olly post krijgt uit Afrika, wordt als snel duidelijk dat het moedig reizen van haar twee helden niet zonder gevaren is.
‘Als de zwaluwen uitvliegen is een verhaal van adel en moed, moed tegen alle verwachtingen in’ , schrijft Morpurgo in het voorwoord van zijn boek. Hij schreef een verhaal dat gebaseerd is op twee verhalen die zijn pad kruisten en die hij in een symfonie wilde gieten. Geen hoofdstukken dus, maar grote delen waarin verschillende gezichtspunten onderling verbonden worden. ‘Ieder met een eigen beweging, eigen emoties.’ En daarbij koos hij de zwaluwen als ‘magische gidsen’ . Het boek is dan ook opgedeeld in drie grote delen. Allereerst krijgt de lezer het verhaal van Olly, die haar broer ziet vertrekken naar het verre Afrika, halsstarrig wacht op nieuws van hem en intussen de kwetsbare zwaluwen verzorgt in het nest in de tuin.
In een tweede deel volgt het spannende avontuur van de zwaluw Held op zijn eerste reis naar het zuiden. En in het derde en laatste deel krijg je het verhaal van een andere held, Matt, die zijn droom wil waarmaken en ook zijn veilige nest uitvliegt. Wanneer hij in het weeshuis in Afrika aankomt, weet hij dat hij, ondanks het tegenadvies van zijn eigen moeder, de juiste keuze gemaakt heeft. Zelfs als hij gewond raakt door de ontploffing van een landmijn, is hij vastbesloten met een poot meer of minder terug naar Afrika te trekken, net zoals de jonge zwaluw in het nieuwe nest. Beide maken zich klaar voor een nieuw seizoen.
Morpurgo slaagt erin om een ‘symfonie’ te schrijven die de belevingswereld van de personages krachtig neerzet. De liefde tussen een moeder en haar zoon, tussen broer en zus, tussen een gemotiveerde jongeman en de Afrikaanse bevolking, tussen mens en dier… ze worden realistisch en waarheidsgetrouw beschreven.
Hoewel het thema handicap niet op de voorgrond treedt, krijg je als lezer toch een goed beeld van hoe het is om te revalideren na een zwaar ongeluk. Daarbij blijven een positieve energie en geloof in de toekomst doorheen het hele verhaal schijnen.
Het boek kan voor 8-jarigen nog te moeilijk zijn. Zeker het taalgebruik, dat soms te zeer neigt naar een letterlijke vertaling, is niet altijd even makkelijk. Ook de onderwerpen handicap en ontwikkelingshulp zijn vrij zwaar en serieus. Maar door te kiezen voor het schrijven van een ‘symfonie’ waarin plaats is voor herkenbare gedachten en gevoelens vanuit verschillende invalshoeken en personages zonder al te overdreven en beladen woordgebruik, komen de verschillende verhaallijnen samen tot een harmonieus, pakkend en boeiend verhaal.
– Annelies Marin –