Als vuur

Onze recensie

Als vuur neemt je mee op de veerboot richting Sländö, een Zweeds eilandje. Op die boot zitten twee tieners. Aan de ene kant heb je Anna, die samen met haar vader op weg is naar Het Paradijs, het huisje dat ze daar bezitten. Aan de andere kant heb je Louise, die met haar ouders naar hun zomerverblijf op hetzelfde eiland reist.

De situatie van de twee meisjes kon niet meer verschillen. Het huisje van Anna is een bouwval en door haar vader speciaal op haar naam gezet omdat schuldeisers het niet zouden kunnen opeisen. Er is geen elektriciteit, het dak lekt en hoewel ze eigenaar zijn van een boot, is het meer iets wat daarvoor moet doorgaan. De wereld waarin Louise zich beweegt, is die van grote luxe. Hun boot is een Stingray, twee keer zo lang als de jol van Anna, ze hebben naast een vakantiehuis op het eiland nog eentje in Spanje. Hun materialistische leven begint Louise zwaar de keel uit te hangen. ‘Tussen kristallen glazen en op maat gemaakte rotan meubelen, doen ze hun uiterste best om niet in te storten, uit elkaar te vallen, hun gezicht te verliezen. Echt waardeloos.’ (p. 146)

De eerste indruk die Anna heeft van Louise liegt er niet om: ‘Het meisje dat dat zegt heeft een donkerblauw colbertje aan en haar glanzende haar is in een staart gebonden. Ze heeft het niet tegen Anna. Ze is een rijkeluiskind. Dat soort mensen gaat naar de eilanden omdat ze op het vasteland al te veel bezittingen hebben. (p.9) Ook Louise heeft haar mening over Anna snel klaar: ‘Het meisje is net als zij, maar tegelijk totaal niet.’ (p.10) Alles wat ze over elkaar te weten komen, bevestigt het verschil tussen hen: ‘Het Oostelijk Gymnasium en de Openbare Scholengemeenschap Huddinge, dat zijn twee verschillende werelden.’ (p. 48)

Is het feit dat Anna zo opvallend anders is de reden waarom Louise haar zo interessant vindt? Feit is dat ze allebei de ander erg fascinerend vinden, en dat er na een tijdje ook gevoelens bij komen kijken. Hoe puur en hevig de gevoelens ook mogen zijn op het eiland, waar geen afleidingen en stoorzenders te vinden zijn, als de terugkeer naar de gewone wereld eenmaal lonkt, slaan ook de twijfels toe. Wordt het een mooie vakantieherinnering of toch iets meer?

Zon, zee en strand. Heerlijk. Ideaal voor een donkere, druilerige winteravond. Anna en Louise zouden elkaar normaal gezien waarschijnlijk geen blik waardig hebben gegund. Zeker op basis van hun eerste indruk. Maar helaas biedt hun eilandje niet zoveel afleiding en komen ze elkaar ook constant tegen. Maar net daardoor zitten wij als lezer op de eerste rij als toeschouwer van wat er tussen hen ontvlamt. Wat een mooie en pure omschrijving van de ontluikende liefde biedt deze roman. Zelfs wie al wat ouder is en misschien een beetje vergat hoe hevig zo’n verliefdheid ook weer was, wordt in dit verhaal helemaal meegezogen in de overweldigende golf die verliefdheid is.

Dat die verliefdheid van twee kanten komt, is voor de lezer al snel duidelijk doordat we in elk hoofdstuk afwisselend de visie van Anna en Lou te lezen krijgen: ‘Haar zachte, hese stem had Lou een onrustige nacht vol dromen bezorgd.’ (p. 122). ‘Ze is op een vrije dag om zeven uur opgestaan en ze weet niet eens wat ze gaan doen, maar ze voelt het overal in haar nog half slapende lijf: het is blij. ‘(p. 123) En voor Anna: ‘Maar als ze bij Louise in de buurt is, stroomt haar bloed sneller door haar aderen en dat gevoel kan ze niet negeren. (p. 127), (…) iedere minuut dat ze samen is met Louise, maakt haar sterker. (p. 168)

Maar hoe heviger de gevoelens van de meisjes oplaaien, hoe groter de afgrond wordt die tussen hen gaapt. ‘Om acht uur bij Ryssviken zijn, ja, dat wil ze! Maar om acht uur gezien worden bij Ryssviken, dat wil ze niet.’ (p. 180).

Liefde overwint alles, zeggen ze. Maar of dat ook hier het geval zal zijn? Laat je meeslepen door al die gevoelens en de mooie zomeravonden. Ik durf te wedden dat je binnen de kortste keren mee zit te supporteren dat er aan hun tijd op het eiland geen einde komt. En als dat dan toch moet, dat ze een manier vinden om die verschillen in de ‘echte’ wereld ook te kunnen overbruggen. Toch?

Barbara Artoos

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur