Als engelen de grond raken

Als engelen de grond raken

Onze recensie

In haar nieuwe verhalenbundel Als engelen de grond raken (2009) richt Gerda Van Erkel zich tot adolescenten(meisjes) die nog in sprookjes durven te geloven. Haar prinsen en prinsessen zullen zich dankzij een groeiend kritisch bewustzijn vragen beginnen stellen bij de autoriteiten en regels die hen dreigen te verstikken. Maar het opeisen van meer verantwoordelijkheid en stemrecht vergt inzet en doorzettingsvermogen – en als daarbij de vragen en tranen in je binnenste opwellen, is het plots niet meer zo gemakkelijk om een volwassene te zijn. Dapper zullen onze helden de handen in elkaar moeten slaan en hun eigen identiteit moeten afbakenen, door en naast elkaar.

Met zijn 650 pagina’s vormt deze verhalenbundel een uitdaging voor de lezer, die bovendien uiteenlopende identificatiefiguren voorgeschoteld krijgt. Zo steken de twaalfjarige Floor en Violet sterk af tegen de driftige, zeventienjarige Kobe, die dan weer heel anders tegenover het leven staat dan de doodzieke Nienke.

Van Erkel lijkt in haar eerste verhaal soms nog te zoeken naar woorden en verschillende personages ontbreekt het nog aan diepgang; maar dat verandert sterk naarmate je dieper in het boek graaft. De taal is dromerig, poëtisch en gevarieerd en staat bulk van de oneliners. Vakspecifieke termen als longe of aspireren worden aan de hand van voetnoten opgehelderd en verwijzingen naar de actualiteit (o.a. 11 september) of de kunst (Modigliani, Enigma, Amélie Poulin, enz.) plaatsen de verhalen in een eigentijds perspectief. Mijn zoute zoen (2005) zou daarenboven kunnen gelden als een voorloper van de recente Vlaamse film Adem (2010). Zin om even mee te duiken in de verschillende verhalen waar engelen de grond raken?

Ik kom je halen (2001)

Twaalf jaar oud zijn ze en zo verschillend als een yin- en yangpaar: de eeneiige tweeling Floor en Violet. Violet krijgt alle kinderziektes; Floor de schrammen en de builen. Zij droomt weg bij de maan en de sterren; terwijl haar zus langs haar heen rent om tastbare zomerherinneringen te sprokkelen. Nu wil Floor plots paardrijden, maar hun bezorgde ouders verbieden het haar. Dan maar stiekem – toch, Violet?

Alles lijkt goed te gaan, tot de dag waarop het zwarte angstdoosje in Violets buik openscheurt en Floor van Indiana’s rug wordt geslingerd. Coma, wat een raar woord… Eigenlijk zou Violet graag troost zoeken bij hun goede vriend Thijs. Maar die, zo belooft ze God, is voor Floor, zo gauw ze weer beter is. Een moeizame tijd breekt aan, maar Violet is vastbesloten om haar volle zussengewicht in de strijd te gooien en de weegschaal te doen omslaan. Zwart en wit worden grijs als Violet haar grenzen verlegt en door de ogen van Floor leert kijken. ‘Haar hart huilt en lacht. Zoals zon en regen terzelfder tijd. Misschien maakt dat wel een regenboog.’

Engel in rood (2003)

Senne, zeventien, haat zijn ouders niet, hij vindt ze zielig. Gelukkig is er Noor, die zich als een engel die levens wil redden door de klas beweegt. Ze kijkt los door de driftbuien van Senne heen en verzekert hem ervan dat hij een lieve jongen is; maar of hij dat ook aan zichzelf zal kunnen bewijzen… ? Het rode laarsje dat ze in zijn handen drukt, mag hij pas bij haar aanpassen als het hem lukt om drie maanden lang niet driftig te worden. De inzet: hun eerste kus.

Met Noors steun in de rug is Senne er aanvankelijk van overtuigd dat hij de wereld kan dragen, maar dan is daar De Oester weer met zijn rotopmerkingen, een stel ruziezoekers die Noor lastigvallen en zijn steeds dieper wegzinkende vader. Drie maanden zijn lang… en Senne ruikt het noodlot. Zal hij zijn woede kunnen kanaliseren en een einde kunnen maken aan het zwartepietensysteem?

Mijn zoute zoen (2005)

Liever heden dan verleden, zou Kobe zeggen, want toen durfde hij nog regelmatig te bunkeren (i.e. stiekem snoepen); maar zeker geen toekomst, want Nienke wordt alsmaar zieker en niemand die haar kan genezen… Mijn zoute zoen vertelt het gevoelige verhaal van de zeventienjarige Nienke, die aan een agressieve vorm van mucovisidose leidt. In het Zeepreventorium in De Haan ontluikt een warme relatie tussen de met obesitas kampende Kobe en het broze meisje, dat dagelijks de strijd met Cisse aanbindt: de verstikkende boa constrictor in haar binnenste. En dan is er Steffi nog, de kamergenote van Nienke, die zich schaamt om haar corpulente ouders en haar stekels overeind zet zodra iemand haar zachte, gevoelige binnenkant benadert. Eigenlijk wil ze van de wereld…

‘Laat me nog een beetje leven,’ smeekt Nienke als ze het medeleven van de anderen niet langer kan verdragen. Ze mag dan al bijna aan de overkant zijn, toch raapt ze al haar wilskracht bij elkaar om geen seconde van haar liefdessprookje te verspillen. Een aangrijpende bundel, met heel wat kommer en kwel. Maar als je de verhalen afzonderlijk en niet meteen na elkaar leest, ontdek je mooie boodschappen en indringende personages die groeien in het leven, elk op hun manier. Ze vertellen hun verhalen, waar engelen de grond raken… voor wie in levende sprookjes gelooft, of de hoop erin te geloven niet is kwijtgespeeld.

– Door Aster Michiels –

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur