Als alles op zijn kop staat

Als alles op zijn kop staat

Onze recensie

Tevergeefs probeert Fien papa en mama te betrekken bij haar spelletjes. Ze trekt gekke bekken om ze te doen lachen, ze nodigt papa uit om mee te spelen in de speeltuin. ‘Hun lach is op. Of is hij ergens achtergebleven, misschien in dat vreemde land waarover ze soms vertellen.’

In dat land staat alles op zijn kop. Je voelt geen grond meer onder je voeten. Je zweeft. Fien beseft dat wat haar ouders dan meemaken geen leuke zweeftocht is. ‘Je houdt er een vieze smaak aan over, aan dat hele land’. Ze snapt echter niet waarom haar ouders er telkens weer naartoe gaan, vermits het er niet leuk is. Ze hoopt dat ze voortaan bij haar zullen blijven. Dat zij de reden is waarom papa en mama toch telkens opnieuw proberen om het vreemde land de rug te keren, geeft Fien een warm gevoel.

Kinderen van ouders die drugverslaafd of psychisch ziek zijn, hebben recht op hulp. Uitleggen waarom papa en (of) mama weer een tijd verdwijnen waardoor zij bij oma en opa of elders gaan logeren, is een noodzaak. Vooral jonge kinderen denken vaak dat ze op één of andere wijze zelf de oorzaak zijn van het kille gedrag van hun ouders. Boeken kunnen een belangrijke rol spelen om kinderen uit te leggen hoe het precies zit en dat zij niet de schuldige zijn.

Dit boek kwam tot stand in het kader van het project ‘Opvoedingsondersteuning aan (ex)-druggebruikende ouders ‘ van het MSOC, een laagdrempelige ambulante drughulpverlening in Vlaams Brabant. Evelien De Vlieger luisterde naar de verhalen van (ex)-verslaafden en verwerkte die ervaringen en gevoelens in een prentenboek. Jene Bons maakte er kleurrijke, expressieve illustraties bij. Ik denk hierbij ook aan het initiatief van Similes, een aantal jaren geleden, om voor KOPP-kinderen (kinderen van ouders met psychische problemen) een serie van zes leesboeken uit te brengen.

Het boek ‘Als alles op zijn kop staat’ zou eigenlijk ook een KOPP-boek kunnen zijn. Nergens in het verhaal staat het woord ‘drug’. Ook mensen met een psychisch probleem zoals een depressie, of die manisch zijn of dwanghandelingen hebben, ‘bezoeken’ in de ogen van jonge kinderen immers ook ‘een vreemd land’. Net als de KOPP-boeken voorheen is dit boek een lovenswaardig initiatief. In Vlaanderen groeien vele duizenden kinderen en jongeren op bij ouders die aan drugs verslaafd zijn of die aan een psychische ziekte lijden.

De impact van de verslaving of ziekte van de ouder is soms zo groot dat kinderen zelf problemen ontwikkelen. Preventie, sensibilisering en begeleiding vormen daarom op dit vlak een belangrijke uitdaging. En daarbij kunnen kinder- en jeugdliteratuur een eerste stap zijn. Maar boeken alleen kunnen hen niet helpen.

Uit persoonlijke ervaringen weet ik dat kinderen van ouders met psychische problemen vaak in de kou blijven staan. Er is dus méér nodig, zoals de mogelijkheid om het kind therapie te geven, zelfs als één van de ouders daar geen toelating voor geeft, wat Centra voor geestelijke gezondheid nog steeds niet durven.

Van een prentenboek voor jonge kinderen mag men echter ook verwachten dat de inhoud voldoende toegankelijk is voor de doelgroep. Bij dit boek heb ik hierover mijn twijfels. De taal op zich, de woordenschat en zinsconstructies, is heel eenvoudig. De meeste kinderen zullen echter hulp nodig hebben om de link te leggen tussen ‘het vreemd land’ en ‘druggebruik’. Dat verband wordt in het verhaal niet geëxpliciteerd.

Ook de prenten van Jene Bons zwakken dit verband eerder af dan dat ze het versterken. Zo zie je op de illustratie bij ‘alles staat op zijn kop’ een heel leuk tafereel van zwevende ouders met hun kind tussen hen in, temidden van grappige vogels. Jonge kinderen houden van die fantasie en zien er niets afschrikwekkends in. In andere prentenboeken komen zulke dromen of fantasietaferelen vaker voor en is het fantasieland of ‘vreemde land’ geen boosdoener.

Met dit boek blijkt dus zoals vaker dat een moeilijke materie in een prentenboek gieten, niet eenvoudig is. Hoeveel expliciteer je en hoeveel kan ’tussen de regels ‘ worden ‘gelezen’? Hoe groot mag het abstractieniveau zijn opdat jonge kinderen de essentie kunnen vatten? Dankzij dit mooie initiatief en mits een goede begeleiding waarin verbanden worden gelegd naar eigen belevenissen en gevoelens, kunnen kinderen van drugverslaafde ouders, hun familie, en de ouders zelf, in dit boek troost en begrip vinden. Andere lezers krijgen inzicht in hoe het eraan toe kan gaan in een gezin waarbij de ouders steeds maar weer terug keren naar het ‘vreemde land’ waardoor het leven op zijn kop komt te staan.

– Door Anita Wuestenberg –

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur