Vol trots wil Uil zijn nieuwste verhaal aan iedereen laten horen. Alle dieren komen luisteren, maar dan loop het fout, al helemaal als Pauw hem genadeloos uitlacht. Uil klapt dicht. Gelukkig is er zijn vriend Eekhoorn, die er hem weer bovenop helpt. Aanvankelijk helpt zijn goede raad niet, maar dan bedenkt hij een slimme truc om Uils fantasie te prikkelen. De bedoeling is lovenswaardig, maar de plotse wending in de plot is niet erg geloofwaardig. De ommekeer bij Uil en bij de andere dieren komt er al te gemakkelijk, zelfs Pauw is meteen helemaal stil.
De tekst zou overigens aan kracht winnen met minder woorden. Vooral gevoelens worden vaak nodeloos geëxpliciteerd. Dat Uil ‘stoer’ antwoordt of Pauw zijn verwijt ‘hard’ verwoordt, kun je afleiden uit wat ze zeggen. Van op de prenten blijft vooral Uil bij: wollig en een beetje sullig, maar net daardoor meteen sympathiek. Ook de andere dieren zijn vermenselijkt: ze lopen rechtop, Gans draagt een sjaaltje en Eekhoorn heeft een vouwmeter in een gleuf van zijn dij. Die typering geeft ze wel iets aparts, maar blijft toch stereotiep. Meer lef zou ze een sterkere persoonlijkheid kunnen bezorgen.
Wat rest is een kleurrijk boek over een interessant thema dat zelden voorkomt in prentenboeken: spreekangst en hoe daarmee om te gaan.
Jan Van Coillie