Alice in Wonderland

Onze recensie

Alice in Wonderland is zonder twijfel de beroemdste klassieker uit de kinderliteratuur. Het absurde fantasieverhaal van de Britse wiskundige Lewis Carroll ui 1865 (en het tweede deel Alice door de spiegel uit 1871) blijft lezers overal ter wereld fascineren.

Het eerste boek vertelt het wonderlijke verhaal van het meisje Alice dat in een konijnenpijp valt en in een absurde wereld terechtkomt, waarin ze voortdurend groter en kleiner wordt en rare wezens ontmoet, van een rups die een waterpijp rookt tot een grijnzende kat die zomaar kan verdwijnen. In het vervolg (Through the Looking-Glass, and What Alice Found there uit 1871) stapt Alice door een spiegel in een wereld die lijkt op een schaakspel. Beide boeken bevatten passages die tot het collectieve geheugen zijn gaan behoren, zoals de gekke theevisite met de Maartse Haas en de Hoedenmaker, het verhaal van de Soepschildpad, Twiedeldum en Twiedeldie, Humpty Dumpty of misschien wel het beroemdste nonsensgedicht aller tijden, ‘Jabberwocky’.

De avonturen van Alice in Wonderland vormen een enorme uitdaging voor vertalers door de talrijke woordspelingen, dubbele bodems, verwijzingen naar bestaande personen, plaatsen en gebeurtenissen. Intussen is het boek vertaald in meer dan honderd talen en alleen al in het Nederlands verschenen meer dan vijftig vertalingen en bewerkingen.

De nieuwe vertaling door Imme Dros is zonder meer een krachttoer. Als geen ander weet ze respect voor het origineel te combineren met een aantrekkelijke en vloeiende taal voor lezers van nu. Ze is dan ook niet zomaar de eerste de beste. Ze maakte niet alleen naam als jeugdauteur maar is ook een gerenommeerd vertaler en bewerker van onder meer Griekse mythen en klassiekers voor de jeugd als De geheime tuin van Frances Hodgson Burnett. In een kort nawoord verduidelijkt ze wat haar het sterkste aantrekt in Carrolls meesterwerk: ‘Voor mij is het meest wezenlijke van de boeken over Alice, dat Lewis Carroll in taal alles, zelfs het onmogelijke, mogelijk maakt. Wie van taal houdt, houdt van de avonturen van Alice.’ Ze citeert ook Virginia Woolf, die de avonturen van Alice typeerde als ‘geen boeken voor kinderen maar boeken waarin wij kinderen worden.’ De verschillende lagen in de boeken maken dat ze zowel kinderen als volwassenen aanspreken. Zonder twijfel kunnen kinderen zich herkennen in de figuur van Alice en vooral in de evolutie die ze doormaakt, waarbij ze uiteindelijk de volwassenen (die zich stuk voor stuk grof gedragen) de baas is. Kinderen kunnen zeker ook plezier beleven aan de gekke voorvallen en bizarre personages ook al zullen ze niet alle verwijzingen en dubbele bodems begrijpen. Die maken het boek dan weer aantrekkelijk voor volwassenen, net als de talrijke woordspelingen.

Hoe creatief Imme Dros met die speelse taal omgaat, mag blijken uit het volgende voorbeeld waarin de soepschildpad de vakken noemt die ze ooit kreeg tijdens haar opleiding:

“Reeling and writhing, of course, to begin with,” the Mock Turtle replied; “and then the different branches of Arithmetic—Ambition, Distraction, Uglification, and derision.” (Carroll, 1865)

“Nou, wezen en blijven, natuurlijk,” antwoordde de Soepschildpad, “en dan de vakken van de rekenkunde: opzwellen, afbekken, gemeenbeschuldigen, helen en machtsbeseffen.” (Dros, 2023)

Overigens heet haar ‘Soepschildpad’ in andere vertalingen ‘Imitatieschildpad’ (Matsier, 1989), Nepschildpad (Engelsman, 1999, 2014 en Franck, 2011) of Schijnschildpad (Goeminne, 2020). Een echte vondst is Dros haar vertaling van de altijd grijnzende ‘Cheshire Cat’ als de ‘Say Cheesekat’. Hoe ze Carrolls klankspel probeert te combineren met begrijpelijkheid voor jonge lezers van nu, blijkt ook uit haar vertaling van de titel van het tiende hoofdstuk ‘The Lobster’s Quadrille’ als ‘De Kreeften Salsa’ (bij Matsier ‘de kreeftenquadrille’, bij Engelsman, Franck en Goeminne ‘de kreeftendans’). Ook voor de titel van het beroemde nonsensgedicht ‘Jabberwocky’ vond Dros een eigen, ingenieuze en klankrijke oplossing: ‘Kwebbelgnokking’. Anderen vertaalden die titel als Wauwelwok, Koeterwalski, Krakelwok, Koeterwaals, Wauwelwok, Zwateldrok, Beuzelzwans en Klepperjaks.

Deze onvergetelijke klassieker is stijlvol uitgegeven, met hemelsblauwe stoffen kaft met zilverdruk en leeslint. Anders dan in de meeste vertalingen is gekozen voor onopvallende illustraties, waardoor de aandacht vooral naar de tekst gaat. De naam van de illustrator, Linde Faas, staat dan ook enkel in het colofon. In haar kleine vignetten (een of twee per hoofdstuk) focust ze op attributen en personages: Alice zelf (vlinderlicht getekend met lange haren), kaarten, het konijn, de grijzende kat, de spiegel en de schaakstukken. De ‘Say Cheesekat’ is een duidelijke knipoog naar de oorspronkelijke illustraties van John Tenniel.

In deze schitterende vertaling van Imme Dros is het volop genieten van de verbazingwekkende avonturen van Alice én van Carrolls unieke, speelse taal. Deze uitgave zou dan ook in geen enkele bibliotheek van de ware boekenliefhebber mogen ontbreken.

Jan Van Coillie

Engelsman, Sofia (2006). Alice in spiegelland. Illustraties van Helen Oxenbury. Haarlem: Gottmer.

Engelsman, Sofia (2014). Alice in wonderland en Alice in spiegelland. Illustraties van Floor Rieder. Haarlem: Gottmer.

Franck, Ed, (2011). Alice in Wonderland. Illustraties van Rebecca Dautremer. Leuven: Davidsfonds Uitgeverij.

Goeminne, Siska (2020). Alice in Wonderland. Illustraties van Valeria Docampo. Wielsbeke: De Eenhoorn

Matsier, Nicolaas (2009). De avonturen van Alice in wonderland & achter de spiegel. Illustraties van Anthony Browne. Amsterdam: Van Goor.

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur