Sinds de dageraad van de mensheid heeft onze onderzoekende geest geprobeerd de wereld te verklaren. De ontstellende soortenrijkdom, de veelheid van verschijnselen, de aparte positie die we onszelf toedichten als ‘kroon der schepping’: hoe is dat alles tot stand gekomen? Voor we onze toevlucht namen tot de bevindingen van Darwin en de wetten van de fysica, chemie en biochemie was de gedaanteverwisseling een veelgebruikte verklaringsgrond. Eén der bekendste werken uit de wereldliteratuur draagt het zelfs als titel tout court: de Metamorfosen van Ovidius.
In alle culturen vinden we scheppingsmythen terug waarbij de metamorfose een grote rol speelt. Meisjes van sneeuw worden wolken, jonge krijgers worden vogels, zeehonden worden vrouwen, gebakken kleipoppetjes wordt leven ingeblazen. Een reuzenbaby die windjes laat en plast: dat zijn onze stormen en regenbuien.
Sassafras De Bruyn (voornaam is geen artiestennaam) vertelt en illustreert een hele reeks van deze oeroude, bijzondere verhalen over natuur, dieren en mensen in het aantrekkelijk uitgegeven Al zolang er mensen bestaan. Sassafras heeft de verhalen geordend volgens de vier elementen van Empedocles: water, aarde, lucht en vuur. Vlot en levendig verteld krijgen we in dertig verhalen scheppingsmythen van over de hele wereld. Opvallend is de originele selectie van de verhalen. Voor één keertje niets uit de Bijbel of het Gilgamesj-epos. Dat mocht wel eens want tot in den treure naverteld in gelijkaardige werken. Na elk verhaal vinden we nog een korte toelichting over de geografische en historische oorsprong. Vooraan in het boek staat een handige inhoudsopgave met genummerde verwijzingen op een wereldkaart. De verhalen getuigen van een grote taalvaardigheid. Puntig geformuleerde, goed in elkaar hakende zinnen doen je altijd maar verder lezen (of voorlezen voor de allerkleinsten). De enkele, humoristische poep- en plasverhalen leiden ongetwijfeld tot hilariteit bij de jonge toehoorders.
Een randbemerking bij de illustraties toch. Sassafras De Bruyns talent is onbetwistbaar (getuige haar andere publicaties en buitenlandse opdrachten) maar nu viel mij extra op dat er in het minutieuze, ambachtelijke tekenwerk toch wel erg veel invloed is geslopen van de Big Tech Art Style die onze krantenpagina’s teistert: het wat ééndimensionale van de figuren met houterige, lange ledematen en smalle torso’s. Alsof de illustratrice deze stijl heeft willen imiteren. Daarom gaat het opmaken van de eindbalans toch wat gepaard met gemengde gevoelens. Een zeer hoge score voor de formule van het boek, de selectie van de verhalen en de tekst. Maar wat mij betreft: wat minder punten voor de illustraties. Ze reflecteren immers niet de warmte en geborgenheid en de positieve visie op het bestaan die de teksten wél bieden. Het zou jammer zijn als de uitgever om deze reden deze verhalenschat snel verramsjt. Al zolang er mensen bestaan verdient beslist bijzondere aandacht.
Dirk Tavernier