De graphic novel heeft de laatste jaren binnen de jeugdliteratuur een vaste plaats verworven. Een tijdje geleden ontdekte ik nog Smile van Raina Telgemeier, een bestseller in Amerika, recent vertaald door Marjon Hofman. Ook uit Amerika, maar in een heel ander genre, is 67 seconden van Jason Reynolds. Terwijl Smile met veel humor en herkenbaarheid het puberprobleem van gênante beugels in beeld brengt, duikt 67 in de donkere wereld van geweld, drugs en wraak bij zwarte jongeren.
67 seconden, zo lang staat Will in de lift naar beneden, met een pistool in zijn broeksband, op weg om wraak te nemen op de moordenaar van zijn broer Shawn. Hij moet immers de regels volgen: 1. niet huilen, 2. niet snitchen (‘snitchen is lullen met de smerissen) en 3. wraak nemen. Alleen, al voor hij de lift in stapt, slaat de twijfel toe. Zijn verwarring, angst en onzekerheid groeien met de seconde. Om weer te geven hoe de moed hem steeds meer in de schoenen zakt, bedacht de auteur een originele structuur. Op elke verdieping stapt iemand in de lift die iets met Shawn te maken had, alleen … eigenlijk zijn ze allemaal gedood. Met hun verhalen brengen ze Will nog meer aan het twijfelen. De pijnlijkste confrontatie is met zijn vader: door diens bekentenis dat hij ooit de verkeerde vermoordde, stort Wills vaderbeeld in elkaar. Meer en meer ervaart Will de lift als ‘een verticale doodskist’. Uiteindelijk schreeuwt hij zijn twijfels en angst uit tegen zijn broer (met bebloed T-shirt): ‘De regels zijn de regels, toch? Toch? TOCH? Toch?’ Beneden verlaten de tot schimmen weggedeemsterde figuren de lift en blijft er een leegte die de lezer/kijker zelf moet invullen.
De korte tekstfragmenten die eigen zijn aan het stripgenre laten weinig diepgaande of literaire formuleringen toe. De auteur (en de vertaler die knap werk levert) koos voor een flitsende taal met veel slang: snitchen, gangsta-gebied, toen mijn pa werd gepopt, een fittie, dunken … Op die manier sleurt hij de lezer wel sterker mee in de wereld van Will. Dat doet ook de illustratrice Danica Novgorodoff. Dat meesleuren mag je letterlijk nemen. Door full-page afbeeldingen af te wisselen met stripstroken en kleine plaatjes die soms schots en scheef over elkaar schuiven, brengt ze een sterke dynamiek in de haar beeldverhaal. Sterk is ook hoe ze met grijze en blauwe tinten werkt om de gedachten en visioenen van Will weer te geven. Het meeste indruk maken enkele grote prenten over twee pagina’s waarin ze die gedachten kunstzinnig abstraheert. De prenten waarop ze Wills ultieme verwarring als een hoopje naakte ellende verbeeldt, zijn indrukwekkend.
Zonder twijfel een opmerkelijke graphic novel die tot nadenken stemt over schuld, wraak en geweld.
Jan Van Coillie
Weetje
67 seconden is gebaseerd op de gelijknamige roman van Jason Reynolds. Van dezelfde auteur verschenen in het Nederlands ook Toen ik de sterkste was en Echte Amerikaanse jongens (met Brendan Kiely)